FED 1990/19
HR, 22-11-1989, nr. 26 385
HR 22-11-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4154
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 november 1989
- Magistraten
Dijk, Van; Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings
- Zaaknummer
26 385
- LJN
ZC4154
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4154, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑11‑1989
- Wetingang
Art. 17 WVO, art. 4 en 7 Heffingsverordening Zuiveringsschap Hollandse Eilanden
Uitspraak
Belanghebbende, X, en Y bewonen krachtens een 'time-sharingovereenkomst' gedurende bepaalde perioden afwisselend elk voor zich alleen een recreatiewoning te Z waarvan zij beiden mede-eigenaar zijn. In geschil is of de aanslag verontreinigingsheffing woonruimte terecht is berekend naar 3 vervuilingseenheden.
Hof 's-Gravenhage stelt X in het gelijk en vernietigt de aanslag.
Op het beroep in cassatie van het Zuiveringsschap overweegt de Hoge Raad:
Op grond van de feiten heeft het hof terecht geoordeeld dat gedurende het gehele jaar sprake is geweest van alleenbewoning in de zin van art. 7 van de Heffingsverordening.
In een geval als het onderhavige ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.