HR, 05-12-2003, nr. 37 395

Documentgegevens:

HR 05-12-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AE9370

Instantie: Hoge Raad
Datum: 5 december 2003
Zaaknummer: 37 395
LJN: AE9370
Vakgebied(en): Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Fiscaal bestuursrecht (V)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2003:AE9370, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑12‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AE9370, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑12‑2003
Wetingang: Art. 23, 26, 28 en 67 AWR; art. 222 Gemeentewet

Samenvatting

Baatbelasting. Geheimhoudingsplicht. Verbindendheid verordening. Competentie belastingrechter.

Uitspraak

Aan belanghebbende, X BV, is voor 1995 een aanslag baatbelasting opgelegd. X BV heeft voor het hof onder meer gesteld dat zij bij gebrek aan wetenschap betwist dat alle gebate onroerende zaken in de heffing zijn betrokken. In dat verband heeft X BV de gemeente verzocht een lijst van de aangeslagen panden over te leggen. In geschil is of de aanslag terecht is opgelegd en of de ambtenaar dat verzoek terecht heeft afgewezen met een beroep op de geheimhoudingsplicht van art. 67 AWR.

Op het principale beroep in cassatie van B ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.