V-N 1996/2439, 17
INKOMSTENBELASTING Uitkering ingevolge art. 19 WUBO is een periodieke uitkering in de zin van art. 30 en niet in de zin van art. 25, eerste lid, onderdeel g
HR 12-06-1996, ECLI:NL:HR:1996:AA1939, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 juni 1996
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Fleers; Pos
- Zaaknummer
31 131
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA1939
- JCDI
JCDI:ADS897928:1
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1939, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑06‑1996
- Wetingang
art. 30 Wet IB 1964
Essentie
INKOMSTENBELASTING Uitkering ingevolge art. 19 WUBO is een periodieke uitkering in de zin van art. 30 en niet in de zin van art. 25, eerste lid, onderdeel g
Samenvatting
Aan X is in 1990 met terugwerkende kracht tot 1 juli 1984 een maandelijkse uitkering ingevolge de Wet uitkeringen burgeroorlogsslachtoffers 1940-1945 (WUBO) toegekend.
Hof 's-Gravenhage heeft terecht geoordeeld dat de ingevolge art. 19 WUBO aan X toegekende maandelijkse uitkering, als zijnde een uitkering waarop krachtens een wettelijke bepaling van publiekrechtelijke aard aanspraak kan worden gemaakt, een periodieke uitkering van publiekrechtelijke aard ex art. 30, eerste lid, onderdeel a, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.