BNB 1999/133
Elders gevestigde belastingplichtige
HR 17-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2659, m.nt. J.M.F. Finkensieper
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 februari 1999
- Magistraten
Jansen; Moor, de; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein
- Zaaknummer
33 934
- Noot
J.M.F. Finkensieper
- LJN
AA2659
- JCDI
JCDI:ADS887998:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2659, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑02‑1999
- Wetingang
Art. 12, tweede lid, Wet OB 1968; Art. 21 Zesde richtlijn
Essentie
Elders gevestigde belastingplichtige
Samenvatting
Belanghebbende verhandelt binnenschepen. In 1989 heeft een binnenschipper aan belanghebbende twee schepen terugverkocht en geleverd. Het Hof acht de verleggingsregeling van art. 12, tweede lid, Wet OB 1968 niet van toepassing, omdat de Inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de schipper de leveringen heeft verricht als ondernemer van wie de zetel van de bedrijfsuitoefening niet in Nederland is gevestigd.
HR: Art. 12, tweede lid, Wet OB 1968 moet bezien worden in het licht van art. 21 Zesde richtlijn. Art. 4 AWR is niet bepalend voor de uitleg van art. 12, tweede lid, Wet OB ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.