FED 1985/686:Hof: een melkstalsilo, een draaimelkstal, een elektronisch opdrijfhek en een mechanisch veevoedertransport, welke voorzieningen in een nieuwe melkstal en in een reeds bestaande ligboxenstal en wachtruimte werden aangebracht, vormen met de betreffende gebouwen een functionele eenheid, in die zin dat de gebouwen zonder de voorzieningen niet naar behoren kunnen functioneren. Derhalve zijn de investeringen in de voorzieningen te beschouwen als investeringen in de gebouwen in de zin van art. 61a, tweede lid (oud) Wet IB 1964. Hoge Raad: Uit de functies van de voorzieningen heeft het hof weliswaar kunnen afleiden dat de gebouwen door de voorzieningen beter aan de nagestreefde bedrijfsdoeleinden beantwoorden, doch niet dat de voorzieningen onmiddellijk en uitsluitend dienstbaar zijn aan de gebouwen. De door het hof vastgestelde feiten laten geen andere conclusie toe, dan dat de voorzieningen niet onmiddellijk en uitsluitend dienstbaar zijn aan de gebouwen.