FED 1994/778
HR, 30-11-1994, nr. 29 895
HR 30-11-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA3003
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.
- Zaaknummer
29 895
- LJN
AA3003
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA3003, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑1994
- Wetingang
Art. 58 Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X BV keert, na statutenwijziging in verband met vergroting van haar maatschappelijk kapitaal, op 17 april 1991 een dividend uit ad f 413 889: f 372 500 nominaal bonusaandelen en f 41 389 contanten. Een verzoek ex art. 58, zevende lid, Wet IB 1964 is niet vóór de kapitaalsvergroting schriftelijk ingediend. Op 13 mei 1991 komt een aangiftebiljet Dividendbelasting in bij het ontvangstkantoor, met betrekking tot de dividenduitkering. Aangegeven en afgedragen wordt f 41 389, 10% van het dividend, onder vermelding dat sprake was van winstuitdelingen, voortvloeiende uit een herkapitalisatie ex art. 58, Wet IB 1964.
In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.