BNB 1996/19
Het staat de Hoge Raad niet vrij voormelde bepaling buiten toepassing te laten, ook al heeft de Inspecteur verklaard er geen beroep op te doen
HR 25-10-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3169, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 oktober 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Jansen, C.H.M.
- Zaaknummer
29 971
- Noot
P.H.J. Essers
- LJN
AA3169
- JCDI
JCDI:ADS887495:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3169, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑10‑1995
- Wetingang
Wet ARB algemeen jo. art. 8, derde lid, letter a onder 4°, Wet Vpb. 1969 - tekst 1987
Essentie
Het staat de Hoge Raad niet vrij voormelde bepaling buiten toepassing te laten, ook al heeft de Inspecteur verklaard er geen beroep op te doen
Samenvatting
Aan belanghebbende, een BV, is door Inspecteur en Hof vermogensaftrek geweigerd over het saldo van haar vorderingen verminderd met haar schulden, zulks op grond van art. 8, tweede lid letter b, Wet Vpb. 1969.
De Hoge Raad oordeelt dat niet deze bepaling doch art. 8, derde lid, letter a onder 4°, van toepassing is en verwerpt het beroep in cassatie van belanghebbende.
Weliswaar heeft blijkens 's Hofs uitspraak de Inspecteur ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.