HR, 10-02-1999, nr. 34 018
ECLI:NL:HR:1999:AA2671
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10-02-1999
- Zaaknummer
34 018
- LJN
AA2671
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:1999:AA2671, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑02‑1999; (Cassatie)
- Vindplaatsen
WFR 1999/218, 1
V-N 1999/11.19 met annotatie van Redactie
Uitspraak 10‑02‑1999
Inhoudsindicatie
-
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden van 19 december 1997 betreffende de hem voor het jaar 1994 opgelegde aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1. Aanslag, bezwaar en geding voor het Hof Aan belanghebbende is voor het jaar 1994 een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd, welke aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van de Inspecteur is verminderd tot een aanslag naar een belastbaar inkomen van f 112.536,--. Bij ambtshalve gegeven beschikking van de Inspecteur is de aanslag nadien nader berekend naar een belastbaar inkomen van f 105.663,--. Belanghebbende is van de uitspraak van de Inspecteur in beroep gekomen bij het Hof. Het Hof heeft die uitspraak vernietigd en de aanslag gehandhaafd zoals deze ambtshalve door de Inspecteur was verminderd. De uitspraak van het Hof is aan dit arrest gehecht.
2. Geding in cassatie Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van het Hof beroep in cassatie ingesteld. Het beroepschrift in cassatie is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit. De Staatssecretaris van Financiën heeft een vertoogschrift ingediend.
3. Beoordeling van het middel 3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan. Belanghebbende is eigenaar van een recreatiewoning, die is gelegen in een bungalowcomplex. Hij heeft een beheerovereenkomst gesloten met betrekking tot de verhuur van deze woning. In deze overeenkomst is onder meer de volgende bepaling opgenomen:
"Artikel 10 / Eigen gebruik Een eigenaar kan zo vaak hij wil gebruik maken of laten maken van zijn bungalow met inachtneming van het in deze overeenkomst bepaalde. Onder eigen gebruik wordt verstaan het gebruik door of vanwege de eigenaar anders dan voor verhuur. Per jaar kan voor maximaal vier weken, waarvan ten hoogste twee weken in het hoogseizoen ( de periode van het hoogseizoen jaarlijks op te geven door B) de bungalow voor eigen gebruik worden gebezigd zonder dat de beheervergoeding en de administratie en incassovergoeding in rekening worden gebracht. Eigen gebruik is uiteraard niet mogelijk als, door niet tijdige reservering, de bungalow reeds door derden is geboekt en er geen omboeking kan worden gedaan. Het gebruik van gas, water en electra wordt bij eigen gebruik aan het eind van de gebruikersperiode vastgesteld en in rekening-courant verrekend. Bij eigen gebruik wordt de toeristenbelasting doorberekend en bij het einde van de gebruiksperiode in rekening gebracht. Per jaar moet de bungalow ten minste 140 dagen door de eigenaar voor verhuur beschikbaar worden gesteld."
Het totale resultaat dat met de verhuur van bungalows van hetzelfde type wordt behaald, wordt in gelijke delen verdeeld over de eigenaren van de desbetreffende bungalows. 3.2. Voorzover belanghebbende in cassatie feiten aanvoert waarvan uit de uitspraak van het Hof en de stukken van het geding niet blijkt dat daarop ook reeds voor het Hof een beroep is gedaan, kan daarop geen acht worden geslagen, omdat zulks een onderzoek van feitelijke aard zou vergen, waarvoor in cassatie geen plaats is. Ook voor het overige kan het middel niet tot cassatie leiden. 's Hofs oordelen dat de bungalow belanghebbende gedurende het onderhavige jaar ter beschikking heeft gestaan in de zin van artikel 42a, lid 2, van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en dat deze gedurende twaalf weken van dat jaar tijdelijk ter beschikking is gesteld van derden als bedoeld in lid 8 van dat artikel, geven geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en kunnen voor het overige, als van feitelijke aard en niet onbegrijpelijk, in cassatie niet met vrucht worden bestreden.
4. Proceskosten De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten als bedoeld in artikel 5a van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken.
5. Beslissing De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is op 10 februari 1999 vastgesteld door de raadsheer Zuurmond als voorzitter, en de raadsheren Beukenhorst en Monné, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier Bolle, en op die datum in het openbaar uitgesproken.