FED 1995/701:Belanghebbende en zijn dochter bezitten gezamenlijk, in de verhouding 1/3 tot 2/3, een bungalow die zij verhuren. De dochter heeft de aankoopprijs van haar deel gefinancierd met geleende middelen. De netto-huuropbrengst van f 757 wordt tussen beiden zodanig verdeeld dat de dochter ten minste de door haar betaalde rente (f 6283) goed maakt. Belanghebbendes resultaat is zodoende negatief f 5526. HR: De verdeling achteraf van het netto-resultaat laat onverlet hetgeen partijen als opbrengst uit verhuur hebben genoten. Belanghebbende moet derhalve 1/3 van f 757 als inkomsten verantwoorden.