FED 2006/90
Periodieke uitkeringen uit een irrevocable fixed interest trust vormen de tegenwaarde voor een prestatie en worden op basis van de saldomethode in de heffing betrokken
HR 14-07-2006, ECLI:NL:HR:2006:AY3640, m.nt. J.P. Boer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juli 2006
- Magistraten
Pos; Monné; Amersfoort, van; Leemreis; Maanen, van
- Zaaknummer
39 262
- Noot
J.P. Boer
- LJN
AY3640
- JCDI
JCDI:ADS235207:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2006:AY3640, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑07‑2006
- Wetingang
Art. 25, eerste lid, onderdeel g, en art. 30, eerste lid, onderdeel c, Wet IB 1964; art. 3.101, eerste lid, onderdeel c, en art. 5.3, tweede lid , onderdeel f, Wet IB 2001
Essentie
Periodieke uitkeringen uit een irrevocable fixed interest trust vormen de tegenwaarde voor een prestatie en worden op basis van de saldomethode in de heffing betrokken
Samenvatting
Belanghebbende is sinds 1989 gerechtigd tot periodieke uitkeringen uit een irrevocable fixed interest trust. De uitkeringen bestaan uit de jaarlijkse inkomsten uit het trustvermogen van de subtrust waartoe belanghebbende gerechtigd is. Belanghebbende heeft geen recht op het trustvermogen als zodanig. Partijen zijn eenparig van mening dat de uitkeringen uit de trust als een periodieke uitkering in de zin van de Wet IB 1964 dienen te worden aangemerkt. In geschil is het antwoord ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.