WFR 1989/77:DE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS VAN DE BELASTINGPLICHTIGE STICHTING (Het onderstaande geldt mutatis mutandis ook voor de commerciele vereniging. De vereniging zal echter, behoudens expliciete verwijzing, niet worden besproken.)

WFR 1989/77

DE AANSPRAKELIJKHEID VAN BESTUURDERS VAN DE BELASTINGPLICHTIGE STICHTING (Het onderstaande geldt mutatis mutandis ook voor de commerciele vereniging. De vereniging zal echter, behoudens expliciete verwijzing, niet worden besproken.)

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.

'VERREIKEND, MAAR NIET VERRIJKEND'

1 INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING

In de belastingwetgeving is het niet ongebruikelijk om juridische figuren, interpretaties en begrippen uit andere rechtsgebieden over te nemen in het eigen systeem. De spiegelbeeldsituatie, waarbij de andere rechtsgebieden fiscaalrechtelijke leerstukken overnemen, is tot op heden echter een zeldzaamheid geweest. Sinds de bestrijding van het misbruik van rechtspersonen zijn hiervan evenwel toch een aantal voorbeelden te vinden, zoals:

- Art. 50a, respectievelijk 300a, Boek 2 BW (Ingevoegd bij de Wet van 16 mei 1986, Stb. 275.) betrekking hebbend op de hoofdelijke aansprakelijkheid van het bestuur van de vereniging, respectievelijk van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.

Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.