FED 2001/265
HR, 11-04-2001, nr. 35 916
HR 11-04-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0984
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 april 2001
- Zaaknummer
35 916
- LJN
AB0984
- Vakgebied(en)
Schenk- en erfbelasting (V)
Schenk- en erfbelasting / Erfbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB0984, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑04‑2001
- Wetingang
Art. 6:248, eerste lid, en art. 7:674, tweede lid, BW; art. 13 Successiewet 1956
Uitspraak
Overlijdensuitkering van driemaal het brutomaandsalaris aan de nagelaten betrekkingen van de werknemer vormt geen fictieve verkrijging ex art. 13 Successiewet 1956.
De werkgeefster heeft na het overlijden van de echtgenoot aan belanghebbende, X, een eenmalige nettouitkering gedaan van driemaal het brutomaandsalaris dat de echtgenoot bij zijn overlijden per maand verdiende. In geschil is of X de uitkering heeft verkregen op grond van een met de dienstbetrekking van haar echtgenoot verband houdend beding ten behoeve van een derde zoals bedoeld in art. 13 Successiewet 1956.
Op het beroep in cassatie van X overweegt de Hoge Raad: Het betoog ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.