HR, 03-05-2002, nr. 36 808
ECLI:NL:HR:2002:AE2315
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
03-05-2002
- Zaaknummer
36 808
- LJN
AE2315
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2002:AE2315, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑05‑2002; (Cassatie)
- Wetingang
art. 229 Gemeentewet
- Vindplaatsen
V-N 2004/6.31 met annotatie van Redactie
Uitspraak 03‑05‑2002
Inhoudsindicatie
Nr. 36.808 3 mei 2002 TVW gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 november 2000, nr. BK-98/05210, betreffende na te melden aanslagen in de onroerendezaakbelastingen, afval-stoffenheffing en rioolrechten. 1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof...
Nr. 36.808
3 mei 2002
TVW
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 27 november 2000, nr. BK-98/05210, betreffende na te melden aanslagen in de onroerendezaakbelastingen, afval-stoffenheffing en rioolrechten.
1. Aanslagen, bezwaar en geding voor het Hof
Aan belanghebbende zijn voor het jaar 1997 op één aanslagbiljet verenigde aanslagen in de onroerendezaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolrechten van de gemeente Tholen opgelegd tot een totaalbedrag van f 589,40. Ambtshalve respectievelijk na door belanghebbende tegen de aanslagen gemaakt bezwaar heeft de chef van de afdeling Financiën, Belastingen en Automatisering van de gemeente Tholen (hierna: de chef) de aanslag in de onroerendezaakbelastingen ter zake van het gebruik en de aanslag in de afvalstoffenheffing verminderd tot nihil, de aanslag in de rioolrechten eigenarenheffing gehandhaafd, de aanslag in de rioolrechten gebruikersheffing verminderd tot f 27,40 en de aanslag in de onroerendezaakbelastingen ter zake van het genot krachtens zakelijk recht verminderd tot f 36,75.
Belanghebbende is tegen de uitspraak op zijn bezwaarschrift in beroep gekomen bij het Hof.
Het Hof heeft die uitspraak vernietigd voorzover deze betrekking heeft op de aanslag onroerendezaakbelastingen ter zake van het genot krachtens zakelijk recht, de uitspraak voor het overige bevestigd en verstaan dat de chef opnieuw uitspraak doet ten aanzien van genoemde aanslag, nadat de WOZ-beschikking met betrekking tot de waarde van de onroerende zaak a-straat 1 te Q (hierna: het pand) voor de jaren 1997 tot en met 2000 onherroepelijk is komen vast te staan.
2. Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij enkele klachten aangevoerd.
3. Beoordeling van de klachten
3.1. In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
Belanghebbende is genothebbende krachtens zakelijk recht van het pand. Het pand is niet geschikt om in te wonen. Het is aangesloten op de gemeentelijke riolering en er vindt in beperkte mate toelevering en afvoer van water plaats.
3.2. Krachtens artikel 2, lid 1, aanhef en letter b, van de ook voor het onderwerpelijke jaar (1997) geldende Verordening rioolrechten 1995 van de gemeente Tholen (hierna: de Verordening) wordt onder de naam "rioolrechten" geheven een recht van de gebruiker van een eigendom van waaruit afvalwater direct of indirect op de gemeentelijke riolering wordt afgevoerd. Ingevolge lid 3, aanhef en letter a, van voormeld artikel wordt als gebruiker aangemerkt degene die naar de omstandigheden beoordeeld het eigendom al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruikt.
3.3. Het Hof heeft, gezien de omstandigheid dat op zichzelf aannemelijk is dat er (weliswaar beperkt) in het desbetreffende jaar afvalwater is afgevoerd en dat de hoeveelheid daarvan ingevolge artikel 4 van de Verordening wordt gesteld op het aantal kubieke meters water dat in de laatste, aan het begin van het belastingjaar voorafgaande, verbruiksperiode naar het eigendom is toegevoerd of opgepompt, geoordeeld dat de aanslag rioolrechten gebruikersheffing terecht is opgelegd.
Het Hof is aldus voorbijgegaan aan de, gelet op het hiervoor in 3.2 overwogene van belang zijnde, vraag of belanghebbende kan worden aangemerkt als degene die naar de omstandigheden beoordeeld het pand al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruikt. De enkele omstandigheid dat vanuit het pand een beperkte hoeveelheid afvalwater is afgevoerd, is onvoldoende om te kunnen spreken van gebruik door belanghebbende in de zin van voormelde bepalingen van de Verordening.
De klachten slagen in zoverre. 's Hofs uitspraak kan niet in stand blijven. Verwijzing moet volgen voor een onderzoek of belanghebbende het pand al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht, gebruikt.
3.3. De overige klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien artikel 81 van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu die klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5. Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep gegrond,
vernietigt de uitspraak van het Hof,
verwijst het geding naar het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch ter verdere behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van dit arrest, en
gelast dat de gemeente Tholen aan belanghebbende vergoedt het door deze ter zake van de behandeling van het beroep in cassatie verschuldigd geworden griffierecht ten bedrage van f 160 (€ 72,60).
Dit arrest is gewezen door de raadsheer P.J. van Amersfoort als voorzitter, en de raadsheren J.W. van den Berge en A.R. Leemreis, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2002.