BNB 1995/280
HR, 28-06-1995, nr. 30 523
HR 28-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1653
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Fleers
- Zaaknummer
30 523
- LJN
AA1653
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1653, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑1995
- Wetingang
Samenvatting
Van de netto-opbrengst van de verhuurde bungalow, waarvan belanghebbende en zijn dochter voor respectievelijk 1/3 en 2/3 eigenaren waren, behoort 1/3 tot belanghebbendes inkomen en 2/3 tot het inkomen van zijn dochter, ongeacht hetgeen zij waren overeengekomen over het dragen van de door de dochter verschuldigde hypotheekrente
Belanghebbende en zijn dochter zijn, onderscheidenlijk voor eenderde en tweederde, eigenaren van een door hen verhuurde bungalow. De dochter heeft de koopsom van haar aandeel gefinancierd met een hypothecaire geldlening, waarover zij in 1990 een rente van f 6283,20 verschuldigd werd. Afgezien van deze hypotheekrente bedroeg de netto-opbrengst van de bungalow ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.