BNB 2010/197
Extra toevoeging aan oudedagsreserve bij geruisloze terugkeer uit BV strekt zich uit tot waarde lijfrenteverplichting op het moment van terugkeer
HR 12-02-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BH0561, m.nt. P.H.J. Essers
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 februari 2010
- Magistraten
Vliet, van; Lourens; Bavinck; Loon, van; Fierstra
- Zaaknummer
08/02887
- Conclusie
A-G mr. Niessen
- Noot
P.H.J. Essers
- LJN
BH0561
- JCDI
JCDI:ADS889623:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BH0561, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑02‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BH0561, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑02‑2010
- Wetingang
Art. 3.69, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 2001
Essentie
Extra toevoeging aan oudedagsreserve bij geruisloze terugkeer uit BV strekt zich uit tot waarde lijfrenteverplichting op het moment van terugkeer
Samenvatting
Belanghebbende heeft in 1994 zijn tandartsenpraktijk geruisloos ingebracht in een BV. Daarbij heeft hij in het kader van de afneming van zijn oudedagsreserve bij de BV voor (omgerekend) € 54 690 een lijfrente bedongen. Per 1 januari 2001 is de tandartsenpraktijk met toepassing van de terugkeerfaciliteit weer omgezet in een voor rekening van belanghebbende gedreven onderneming. Ter zake van de lijfrente behoorde eind 2000 tot het vermogen van de BV een verplichting die door oprenting was vermeerderd ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.