BNB 1990/202
HR, 23-05-1990, nr. 26 339
HR 23-05-1990, ECLI:NL:HR:1990:ZC4289
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 mei 1990
- Magistraten
Vucht, Van; Baardman; Korthals Altes
- Zaaknummer
26 339
- LJN
ZC4289
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1990:ZC4289, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑05‑1990
- Wetingang
(Art. 7, eerste lid, Wet OB 1968)
Samenvatting
Thuiswerker mist in casu de voor het ondernemerschap vereiste zelfstandigheid
Tussen belanghebbende, die thuiswerk verrichtte, en haar opdrachtgever bestond weliswaar geen dienstbetrekking maar wel een verhouding van ondergeschiktheid wat betreft de arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden en de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever, zodat de zelfstandigheid in economisch en maatschappelijk opzicht die vereist is voor het ondernemerschap in de zin van art. 7, eerste lid, Wet OB 1968 hier ontbrak.
Uitspraak
ARREST
gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 31 augustus 1988 betreffende na te melden naheffingsaanslag in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.