HR, 06-10-1954, nr. 11 925

Het recht van in- en uitrit, zijnde niet een voortdurende en zichtbare erfdienstbaarheid, kan niet door verjaring worden verkregen.

Ontbreken van motivering in de uitspraak (op reclame) van de Gemeenteraad maakt deze niet nietig, doch brengt alleen mee dat de r.v.b. de ontbrekende gronden zal moeten aanvullen.

Het niet op wettelijke wijze toezenden van de uitspraak heeft tot gevolg, dat de termijn van beroep nog niet aanvangt, doch belet niet dat het beroep alreeds rechtsgeldig kan worden ingesteld.

De belastingverordening is verbindend ook al is in de considerans een onjuist wetsvoorschrift aangehaald.