FED 1995/512
HR, 28-06-1995, nr. 30 185
HR 28-06-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1627
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 juni 1995
- Magistraten
Stoffer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 185
- LJN
AA1627
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1627, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑06‑1995
- Wetingang
Art. 274 Gemeentewet
Uitspraak
De aan belanghebbende, X, opgelegde aanslag bouwgrondbelasting berust op een verordening 'Bouwgrondbelasting D' en betreft het bestemmingsplan 'A'. Het bestemmingsplan 'A' is vastgesteld op 3 oktober 1983.
In geschil is of de Verordening ten aanzien van X verbindende kracht ontbeert.
Het Hof 's-Hertogenbosch stelt X in het gelijk.
Op het beroep in cassatie van het Hoofd overweegt de Hoge Raad:
Het hof heeft geoordeeld dat de Verordening strijdig met art. 274, eerste lid Gemeentewet en derhalve onverbindend is, indien en voorzover daarbij kosten worden omgeslagen welke zijn verbonden aan voorzieningen getroffen ter uitvoering van de, op hetzelfde plangebied ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.