Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/8.5.1.1
8.5.1.1 Analyse van afgeronde opsporingsonderzoeken
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS386608:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Voetnoten
Voetnoten
Voor de meeste recente rapportage zie Kruisbergen, Van de Bunt e.a. 2012.
Zie Kruisbergen, Van de Bunt e.a. 2012, hoofdstukken 4 en 6.
Vgl. Soudijn & Akse 2012, p. 17-18.
Zie Boerman, Grapendaal e.a 2012. Bijlage bij Kamerstukken II 2012-2013, 29 911, nr. 79. Het NDB biedt inzicht in de bestaande en toekomstige dreigingen op het gebied van georganiseerde criminaliteit. Daarmee vormt het de basis voor het beleid ter bestrijding van deze criminaliteit. Witwassen is in het NDB 2012 – net als in de editie van 2008 – als concrete dreiging aangemerkt, zodat de bestrijding van dit fenomeen ook de komende jaren speerpunt zal zijn bij de aanpak van de georganiseerde criminaliteit.
Zie Verrest & Buruma 2006, p. 62.
Zie Kruisbergen, Van de Bunt e.a. 2012. Zie verder: Van Gestel 2008, bijlage bij Kamerstukken II 2008-2009, 29 911, nr. 16.
Het eigendom van onroerend goed kan bijvoorbeeld worden ondergebracht in een (buitenlandse) rechtspersoon. Door te werken met certificaathouders kan de werkelijke eigendomsverhouding – en eventuele eigendomsoverdrachten – aan het zicht worden onttrokken. Het juridische eigendom van het onroerend goed kan weliswaar worden opgezocht in het kadaster, maar het economische eigendom is niet terug te vinden in openbare registers. Het economische eigendom blijkt slechts uit het register van certificaathouders dat bijvoorbeeld op het kantoor van een stichting administratiekantoor wordt bijgehouden en dit register is niet eenvoudig door derden te raadplegen.
Joldersma, Teeven e.a. 2008, bijlage bij Kamerstukken II 2008-2009, nr. 13, p. 17-19.
In hoofdstuk 2 werd reeds duidelijk dat het witwasproces aan de hand van een functionele omschrijving in kaart kan worden gebracht. De verschillende fasen die moeten worden voltrokken alvorens misdaadgeld een ogenschijnlijk legale herkomst verkrijgt, worden daarmee inzichtelijk. De rapportages op basis van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit1 en de hierboven genoemde Criminaliteitsbeeldanalyse Witwassen 2012 voegen daar vervolgens actuele informatie aan toe over de in de praktijk gebruikte methoden. De Monitor is een doorlopend onderzoeksproject dat sinds 1996 door het WODC wordt uitgevoerd, vanaf 2002 in samenwerking met de Erasmus Universiteit Rotterdam. De Monitor neemt de georganiseerde criminaliteit in Nederland in ogenschouw door een diepgravende analyse van een groot aantal afgeronde opsporingsonderzoeken. Daarmee wordt inzicht verschaft in de aard van de georganiseerde criminaliteit zodat een effectieve aanpak kan worden georganiseerd. In het in 2012 afgeronde onderzoek is uitvoerig aandacht besteed aan de contactpunten tussen illegaliteit en legaliteit en de afscherming van criminele inkomsten.2 Daarmee geeft dit onderzoek naar de georganiseerde criminaliteit in Nederland tegelijk een inzicht in de manieren waarop misdaadgeld in de legale economie wordt geïntegreerd. In de Criminaliteitsbeeldanalyse Witwassen 2012 is een inventarisatie gemaakt van de methoden die in de periode 2008-2011 het vaakst door de opsporingsdiensten werden geconstateerd. Ook hier vormt niet de juridische definitie van witwassen het uitgangspunt, maar juist de reeks van handelingen die nodig is om het misdaadgeld van een ogenschijnlijk legale herkomst te voorzien.3 Het inzicht dat aan de hand van deze Criminaliteitsbeeldanalyse ontstaat dient overigens niet alleen ter ondersteuning van de aanpak van het witwassen. Het dient tevens als bouwsteen voor het opstellen van het Nationaal Dreigingsbeeld (NDB) 2012.4
Aan de hand van de genoemde analyses kunnen de sectoren worden onderkend die kwetsbaar zijn om voor witwassen te worden misbruikt. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de horeca, prostitutie en de gokindustrie. Het betreft sectoren waar omzetten relatief eenvoudig gemanipuleerd kunnen worden, eigendomsverhoudingen weinig transparant zijn en waar criminelen hun (fysieke) macht kunnen laten gelden zonder dat dit voor het grote publiek en de autoriteiten direct kenbaar is.5 Voorts blijkt vastgoed aantrekkelijk voor witwasdoeleinden.6 Onroerend goed kan vanwege de hoge prijzen relatief veel geld absorberen en de prijsvorming ervan is weinig transparant. Verder ontbreekt gespecialiseerd toezicht en eigendomsverhoudingen kunnen relatief eenvoudig worden verhuld.7
Naast het onderkennen van kwetsbare sectoren verschaffen de rapportages op basis van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit en de Criminaliteitsbeeldanalyse Witwassen 2012 inzicht in de mogelijke betrokkenheid van (financiële) dienstverleners bij het witwassen van geld. Deze leveren – bewust of onbewust – een bijdrage aan de verschillende stappen van het witwasproces. Het betreft bijvoorbeeld een bankemployee die een oogje toeknijpt wanneer een crimineel grote contante geldbedragen komt storten of een vermogensbeheerder die een afschermingsconstructie bedenkt om de werkelijke herkomst van misdaadgeld te verhullen. Daarbij volgt reeds uit het rapport van de commissie Joldersma – een parlementaire werkgroep die in 2008 onderzoek heeft gedaan naar de verwevenheid van de bovenwereld met de onderwereld – dat criminelen veelal niet kunnen investeren in onroerend goed zonder de hulp van financiële en zakelijke dienstverleners zoals taxateurs, banken, makelaars, advocaten en notarissen.8
Kortom: analyses van afgeronde opsporingsonderzoeken bieden waardevolle inzichten in waar wordt witgewassen en wie daarbij mogelijk betrokken zijn. Daarmee hebben politie en justitie een leidraad voor het instellen van onderzoeken die daadwerkelijk bijdragen aan een effectieve aanpak van witwassen. Het gaat hier immers niet om het enkele voorhanden hebben van de eigen buit of het beschikken over onverklaarbaar vermogen. Het gaat juist om zaken waarin misdaadgeld in de legale economie wordt geïntegreerd en waarvan een dreiging uitgaat voor de financieel-economische integriteit en de maatschappelijke orde.