Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/2.5.3
2.5.3 De omvang van witwassen
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS389019:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Voetnoten
Voetnoten
Zie Schneider 2010, p. 478.
Zie Camdessus 1998.
Walker 1999, p. 25-37.
Unger 2006, p. 22.
Unger, Rawlings e.a. 2006.
De instroom van crimineel geld vanuit het buitenland wordt berekend aan de hand van een macro-economisch model dat gebruikmaakt van een index van de aantrekkelijkheid van een land voor witwasdoeleinden. Daarbij wordt onder meer rekening gehouden met de factoren die reeds aan de orde kwamen in § 2.5.2.1.
Unger, Rawlings e.a. 2006, p. 61-62.
Van Duyne 2006, p. 34-40.
Zie reeds Van Duyne 1993, p. 13-32. Zie verder Barone & Masciandaro 2010, p. 115-118.
Zie voor een uitvoeriger beschrijving: Unger, Rawlings e.a. 2006, p. 82-102, Gelemerova 2011, p. 117-154 en Ferwerda 2012, p. 29-38.
Door de jaren heen zijn diverse schattingen gemaakt van de omvang van het fenomeen witwassen.1
Zo schatte een afgevaardigde van het International Monetary Fund (IMF) in 1998 tijdens een plenaire bijeenkomst van de Financial Action Task Force on Money Laundering (FATF) dat er jaarlijks voor 2-5% van het wereldwijde bruto binnenlands product (BBP) wordt witgewassen.2 De Australische FATF-expert Walker ontwikkelde vervolgens als eerste een economisch model om de omvang van witwassen te duiden.3 Op basis van dit model berekende Walker in 1999 dat de wereldwijde omvang van witwassen 2,85 biljoen dollar bedroeg, waarbij alleen al in Nederland jaarlijks 50 miljard dollar zou worden witgewassen. Hoewel de cijfers van het International Monetary Fund en Walker niet steunen op wetenschappelijk bewijs, worden deze toch keer op keer geciteerd. De geschatte omvang van witwassen gaat daarmee een eigen leven leiden.4
In het reeds genoemde rapport ‘The amounts and the effects of money laundering’ van de Utrecht School of Economics wordt het model van Walker transparant gemaakt.5 Daarmee worden modelverbeteringen en verder empirisch onderzoek mogelijk. Toegespitst op de Nederlandse situatie wordt in deze studie onderscheid gemaakt tussen de in Nederland gegenereerde hoeveelheid crimineel geld die moet worden witgewassen en de instroom van crimineel geld vanuit het buitenland.6 Unger c.s. komen tot de slotsom dat in Nederland jaarlijks een bedrag tussen de 18 en 25 miljard euro wordt witgewassen. Dit staat ongeveer gelijk aan 5% van het Nederlandse BBP.7
Van Duyne verwijt de onderzoekers dat zij zich bij het berekenen van de omvang van witwassen hebben gebaseerd op niet onderbouwde aannames en schattingen.8 Hij stelt dat het fenomeen witwassen lastig af te bakenen is en dat er maar weinig betrouwbare gegevens beschikbaar zijn over de opbrengsten van misdaad.9 Hij pleit dan ook voor een werkwijze waarbij de informatie uit empirische bronnen zoals politiële en gerechtelijke gegevensbestanden, belastinggegevens en de bestanden van registergoederen gecombineerd wordt met micro-economisch onderzoek, zodat op deelterreinen gefundeerde schattingen van de omvang van witwassen kunnen worden gedaan.
Naar mijn idee is de waarde van de genoemde studie van de Utrecht School of Economics evenwel niet zozeer gelegen in de geschatte omvang van witwassen, maar juist in de geschetste effecten die ervan kunnen uitgaan. Hieronder geef ik een kort overzicht van de (potentiële) effecten van witwassen die in de literatuur worden beschreven. Daarbij moet een drietal kanttekeningen worden geplaatst. Ten eerste is dit overzicht niet beoogd volledig te zijn. Ten tweede moet worden opgemerkt dat de geschetste effecten niet volledig berusten op empirisch onderzoek en dat deze deels theoretisch zijn beredeneerd. De verklaring hiervoor is dat witwassen een transformatieproces betreft dat zich aan het zicht onttrekt. Het is dan ook niet eenvoudig vast te stellen wat de gevolgen zijn van de keuzes die criminelen maken tijdens en na afloop van een geslaagde witwasoperatie. Om die reden hebben verschillende wetenschappers gepoogd de mogelijke gevolgen van witwassen te beredeneren en deze – als aanvulling op de beschikbare empirische gegevens – in kaart te brengen. Tot slot worden de (potentiële) effecten van witwassen enigszins oppervlakkig beschreven. De verklaring hiervoor is gelegen in het feit dat ik jurist ben en geen econoom.10 Desondanks is het navolgende overzicht van belang voor het vervolg van deze studie. Het zijn namelijk de (potentiële) negatieve effecten van witwassen die de bestrijding – en meer in het bijzonder de strafbaarstelling – ervan rechtvaardigen.