De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen
Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/7.3:7.3 Het voorhanden hebben van onverklaarbaar vermogen
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/7.3
7.3 Het voorhanden hebben van onverklaarbaar vermogen
Documentgegevens:
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS385378:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een tweede hoofdlijn in de toepassing van de strafbaarstelling van witwassen wordt gevormd door zaken waarin de verdachte een voorwerp voorhanden heeft, ‘waarvan het niet anders kan zijn dan dat’ het uit enig misdrijf afkomstig is. Kort gezegd betreft het dus zaken waarin het ruime toepassingsbereik van de strafbepaling wordt gecombineerd met de ruime bewijsrechtelijke mogelijkheden ten aanzien van het schuldverband. Hoe komen politie en justitie onverklaarbaar vermogen op het spoor? In de praktijk zijn drie invalshoeken te onderkennen. Deze worden in het navolgende aan de orde gesteld. Eerst besteed ik aandacht aan de situatie waarin ongebruikelijk bezit wordt aangetroffen tijdens de uitoefening van controlebevoegdheden (§ 7.3.1). Vervolgens verschuif ik mijn aandacht naar de situatie waarin tijdens lopende opsporingsonderzoeken voorwerpen opduiken waarvan het niet anders kan zijn dan dat deze van misdrijf afkomstig zijn en waarbij de verdachte daarvan op de hoogte is (§ 7.3.2). Tot slot komt de situatie aan de orde waarin onverklaarbaar vermogen wordt aangetroffen als resultaat van zelfstandig onderzoek (§ 7.3.3).
7.3.1 Ontdekking tijdens de uitoefening van controlebevoegdheden7.3.2 Ontdekking tijdens lopende opsporingsonderzoeken7.3.3 Ontdekking als resultaat van zelfstandig onderzoek