De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen
Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/2.2.3:2.2.3 Opkomst van de georganiseerde criminaliteit
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/2.2.3
2.2.3 Opkomst van de georganiseerde criminaliteit
Documentgegevens:
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS386592:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Gilmore 2011, p. 21.
Zie Stessens 1997, p. 12.
Schaap 1999, p. 14.
Zie Stessens 1997, p. 12.
Hinterseer 2002, p. 35.
Zie Schaap, Rozenkrans & Van Duyne 1992, p. 112. Deze auteurs verwijzen naar de Amerikaanse opsporingsdiensten die stellen dat 1 kilo cocaïne een tegengewicht van 3 kilo aan bankbiljetten oplevert.
Zie Thony 2005, p. 658.
Bernasconi 1989, p. 27.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In § 2.2.1 kwam aan het licht dat de Verenigde Staten met de sluikhandel in alcoholische dranken reeds in de jaren ’20 van de vorige eeuw kennis maakten met een vorm van georganiseerde misdaad. Op wereldschaal komt de georganiseerde misdaad een aantal decennia later tot ontwikkeling aan de hand van de internationale handel in verdovende middelen. De georganiseerde misdaad onderscheidt zich van de meer traditionele vormen van misdaad door een enorme winstgeneratie.1 Er bestaan ten minste drie omstandigheden die deze winstgeneratie verklaren. Ten eerste kan worden gewezen op de activiteiten waarmee de georganiseerde misdaad zich bezighoudt. Veelal worden verboden diensten of illegale producten aangeboden. Juist vanwege het illegale karakter zijn deze schaars en conform de marktregels van vraag en aanbod bijzonder duur. Deze redenering geldt niet alleen voor drugshandel, maar bijvoorbeeld ook voor wapenhandel en bepaalde vormen van prostitutie.2
Ten tweede berusten de gepleegde misdrijven bijna zonder uitzondering op een wilsovereenstemming tussen de betrokken personen. Daarmee onttrekken deze misdrijven zich aan het zicht. Veelal is er geen duidelijke plaats delict, worden er weinig of geen sporen nagelaten en wordt er geen aangifte gedaan omdat de misdrijven met de instemming van alle betrokkenen worden begaan.3 Voor opsporingsdiensten is het dan ook zeer ingewikkeld om dergelijke misdrijven over het voetlicht te brengen zodat de winstgeneratie ongestoord kan doorgaan. Ten derde draagt het georganiseerde verband waarbinnen deze vormen van misdaad worden gepleegd bij aan het behalen van grote winsten.4 Traditioneel hebben deze verbanden een piramidale opbouw. In de top van de organisatie zitten de personen die de lijnen uitzetten. Zelf plegen deze personen echter zelden of nooit de misdrijven waarvan zij de leidinggever zijn. Daarvoor worden personen uit een lager echelon van de organisatie ingeschakeld. Kort gezegd blijven de strategische top en het middenkader van de organisatie buiten schot, terwijl de daadwerkelijke plegers van de delicten eenvoudig kunnen worden vervangen.5
Aan een niet aflatende winstgeneratie zit echter ook een keerzijde. Zo is het niet eenvoudig de opbrengsten van drugshandel – veelal bestaande uit grote contante geldbedragen – te verbergen.6 Daarbij gaan de behaalde winsten hernieuwde investeringen in criminaliteit op termijn te boven en dit misdaadgeld kan niet ongemerkt worden ingebracht in de legale economie. De vermogensaanwas overstijgt een normaal consumptieniveau – en zelfs de bestedingen die samenhangen met een luxe levensstijl – namelijk vele malen. De criminele winsten verworden daarmee plots tot een last. Het risico bestaat namelijk dat de enorme omvang van het verdiende vermogen op zichzelf reeds een aanwijzing vormt voor de criminele oorsprong ervan.7 Het risico om via het misdaadgeld in verband te worden gebracht met het onderliggende delict bestaat echter niet alleen voor de plegers van het gronddelict. In een georganiseerd verband zullen de leidinggevende personen zich wellicht niet inlaten met de daadwerkelijke handel in drugs of wapens, maar zij zullen wel willen beschikken over het geld dat daarmee wordt verdiend. Op deze manier zijn zelfs de leidinggevende personen binnen een organisatie in verband te brengen met de gepleegde delicten.
Het is tegen deze achtergrond dat we opnieuw kennismaken met het begrip witwassen. Het ziet in deze context op het doorbreken van de band tussen het wederrechtelijk verkregen vermogen en het onderliggende misdrijf. Vervolgens wordt de criminele herkomst van het geld vervangen door een ogenschijnlijk legale herkomst. Op deze manier kan een criminele organisatie zich losmaken van misdrijven die binnen haar verband worden gepleegd, waarna het misdaadgeld ongestoord kan worden aangewend voor het plegen van nieuwe strafbare feiten of voor investeringen in de legale economie. Bernasconi stelt dan ook terecht: ‘Money laundering is the life blood of the drug syndicate and traditional organized crime.’8