Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/2.6.1
2.6.1 De effecten die ontstaan tijdens het proces
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS387830:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Voetnoten
Voetnoten
Unger, Rawlings e.a. 2006, p. 9-10.
Bartlett 2002, p. 19.
Alldridge 2002, p. 308. De genoemde dienstverleners kunnen vooral van dienst zijn in de opvolgende fasen van versluiering en rechtvaardiging.
Gilmore 2011, p. 12.
McDonell 1998, p. 9-10.
Boorman & Ingves 2001, p. 9.
Unger 2006, p. 28.
Roth & Frey 1993, p. 197-198.
Tanzi 1996, p. 8.
Dit effect speelt alleen een rol in grote en gesloten economieën waar de rentekoers autonoom kan worden vastgesteld. Zie Unger, Rawlings e.a. 2006, p. 89-90.
McDowell & Novis 2001, p. 7-8.
Keh 1996, p. 4.
Alldridge 2002, p. 310.
McDonell 1998, p. 10.
Zie § 2.3.4.1 en § 2.3.4.2.
Bartlett 2002, p. 19.
Keh 1996, p. 5.
Arlacchi 1986, p. 102-103.
Baker 1999, p. 33. Zie voorts §2.3.4.2.
Tanzi 1997, p. 96.
Quirk 1997, p. 7-9. Zie verder Quirk 1996.
Unger, Rawlings e.a. 2006, p. 87.
McDonell 1998, p. 10.
Indien de functionele omschrijving van witwassen als uitgangspunt wordt genomen, dan blijkt reeds voorafgaand aan het witwasproces een negatief effect te kunnen ontstaan. Met het oog op het doorlopen van het witwasproces wordt misdaadgeld bij voorkeur geplaatst in staten waar de kans op ontdekking gering is en daarmee de kans op het slagen van het witwasproces groot. Dit kan leiden tot kapitaalvlucht. Kort gezegd plaatsen criminelen hun wederrechtelijk verkregen vermogen in staten waar geen lastige vragen worden gesteld. Het rentepercentage dat zij over hun vermogen ontvangen is daaraan bijvoorbeeld ondergeschikt. Op deze manier wordt kapitaal onttrokken aan een economie, zonder dat daar vanuit economisch perspectief een logische verklaring voor bestaat.
Tijdens de plaatsingsfase zijn witwassers in de regel afhankelijk van de medewerking van derden.1 Daarbij kan gedacht worden aan de bankmedewerker die nalaat om cliënten te identificeren of melding te maken van een ongebruikelijke transactie. Om succes tijdens deze eerste fase van het witwasproces te verzekeren, ligt het evenwel voor de hand dat de witwasser een poging waagt bankmedewerkers om te kopen. Op deze manier legt de witwasser een netwerk aan waar hij in de toekomst vaker gebruik van kan maken.2 Vervolgens kan hij dit netwerk proberen uit te breiden met dienstverleners zoals advocaten en accountants.3 Indien evenwel duidelijk wordt dat een financiële instelling betrokken is bij het witwassen van misdaadgeld, dan kan dit verstrekkende gevolgen hebben. Rekeninghouders kunnen ertoe besluiten hun tegoeden op te eisen en deze elders onder te brengen, terwijl aandeelhouders andere investeringen verkiezen. De stabiliteit van de genoemde instelling zal daarmee stevig op de proef worden gesteld.4 Het risico bestaat echter dat het daar niet bij blijft. In relatief kleine staten waar een aantal financiële instellingen betrokken zijn bij het witwassen van geld, ontstaat het risico van reputatieverlies voor de gehele financiële sector.5 Dat dit een negatief effect heeft op directe investeringen vanuit het buitenland ligt voor de hand. Investeerders zullen de voorkeur geven aan investeringen in staten waar het financiële stelsel zich kenmerkt door een integere reputatie.6
Op het eerste gezicht leidt de instroom van extra kapitaal evenwel tot positieve macro-economische effecten. In het financiële systeem wordt immers geen onderscheid gemaakt tussen misdaadgeld en legaal geld. Of zoals Unger het stelt:
‘Zodra het druppeltje inkt verdund is in de reguliere financiële stromen, zal het economische effect van dit druppeltje niet anders zijn dan dat van legale “druppels”.’7
Zo bezien worden de negatieve effecten van misdaad alleen gevoeld in de staten waar de gronddelicten zijn gepleegd, terwijl de opbrengsten die hieruit zijn voortgekomen een stimulans geven aan de economie van de staat waar deze worden witgewassen.8 Inkomen, werkgelegenheid, productie en economische groei zullen toenemen bij een instroom van extra kapitaal. Op wat langere termijn lijken de effecten van witwassen echter zonder uitzondering negatief. Tijdens het witwasproces hebben criminelen vooral oog voor het verhullen en uiteindelijk rechtvaardigen van misdaadvermogen. Economische motieven spelen daarbij een ondergeschikte rol. Uit het navolgende blijkt dat het handelen van witwassers daarmee negatieve effecten kan hebben voor de stabiliteit en de groei van de economie.
Tijdens de verhullingsfase verplaatsen criminelen girale tegoeden over landsgrenzen heen om daarmee een mistgordijn op te werpen. De band tussen het geld en het onderliggende misdrijf raakt langzaam versluierd zodat naspeuring praktisch niet langer mogelijk is. Met deze verplaatsing van wederrechtelijk verkregen vermogen worden de wissel- en rentekoersen gevoeliger voor schommelingen.9 Een onverwachte instroom van een grote hoeveelheid misdaadgeld zal resulteren in een toename van het beschikbare kapitaal en een stijging van de wisselkoers. Deze stijging van de wisselkoers zal ertoe leiden dat de export vanuit deze staat zal afnemen, terwijl de import juist zal toenemen. Verder heeft de plotselinge instroom van een grote hoeveelheid misdaadgeld mogelijk een invloed op de rentekoers. Een grotere beschikbaarheid van kapitaal zal in de regel immers leiden tot een verlaging van de rentekoers.10 De vraag waarom er op een bepaald moment in een bepaalde staat wordt geïnvesteerd, is derhalve niet langer te beantwoorden op basis van economische wetmatigheden alleen. Witwassers laten zich daar namelijk niet door leiden. Het lijkt met andere woorden bijna onmogelijk een deugdelijk economisch beleid te voeren.11 Een strenge, terughoudende economische politiek kan met een onverwachte instroom van een grote hoeveelheid misdaadgeld bijvoorbeeld finaal worden doorkruist.12 Daarbij kan het beleid van financiële instellingen met het oog op hun liquiditeit en solvabiliteit verkeerd uitpakken wanneer witwassers onverwacht en op grote schaal besluiten hun tegoeden op te eisen. Op dat moment heeft de instelling in kwestie niet het vermogen de direct opeisbare vorderingen uit te keren zodat deze zelfs het risico loopt failliet te gaan.13 Dat laatste heeft vervolgens weer consequenties voor de stabiliteit van de financiële sector als geheel.14
Tot slot ontstaan ook tijdens de rechtvaardigingsfase negatieve economische effecten. Zo wordt geïnvesteerd in vermogensbestanddelen die moeilijk objectief waardeerbaar zijn of in branches waarin grote hoeveelheden contant geld omgaan maar waarbij de daadwerkelijke omzet moeilijk te controleren valt. Deze investeringen zijn louter ingegeven door de wens misdaadgeld te rechtvaardigen. Een winstoogmerk ontbreekt veelal en verliezen worden zelfs voor lief genomen.15 Risicovolle investeringen met weinig potentie worden dus verkozen boven stabiele lange termijninvesteringen en dat heeft nadelige gevolgen voor onder meer het nationale inkomen en de werkgelegenheid.16 Daarbij zijn witwassers verantwoordelijk voor prijsverstoringen. Zo is hen er bijvoorbeeld veel aan gelegen om vermogensbestanddelen te verwerven waarvan de waarde moeilijk is vast te stellen en daarbij hebben zij de financiële armslag om een meerprijs te betalen.17 Prijzen worden opgedreven waardoor deze vermogensbestanddelen onbetaalbaar worden voor de reguliere deelnemers aan het economische verkeer. Omgekeerd kunnen boeven besluiten om producten onder de aankoopprijs te verkopen. Verliezen worden aangezuiverd met misdaadgeld dat daarmee in één klap gerechtvaardigd is. Concurrenten zullen moeten reageren, maar zij kunnen deze strijd nooit volhouden en op een faillissement afstevenen.18 Voorts kan worden gewezen op de kapitaalvlucht die tijdens de rechtvaardigingsfase kan plaatsvinden. Door middel van over- en underinvoicing kunnen criminelen namelijk ongemerkt kapitaal wegsluizen.19 Ook daarmee ontstaan negatieve effecten voor de economie omdat aanzienlijke geldbedragen het land verlaten zonder dat daar een reële waarde tegenover staat.
Indien de economische effecten op een rij worden gezet die tijdens het witwasproces kunnen ontstaan, dan kan worden vastgesteld dat deze grotendeels een negatief effect hebben op de economische groei.20 Deze conclusie wordt ondersteund door een – enigszins gedateerde – empirische studie van het IMF naar de macro-economische implicaties van witwassen. Uit deze studie – waarin de economische ontwikkeling van achttien geïndustrialiseerde landen over de periode 1983-1990 in kaart werd gebracht – volgt dat de afname van economische groei in verband kon worden gebracht met een toename van witwasactiviteiten.21 Een achterblijvende economische groei heeft een direct effect op de belastingopbrengst binnen een staat. Deze zal lager uitvallen.22 Tegelijkertijd vraagt een toename van misdrijven, witwassen daaronder begrepen, om extra uitgaven teneinde deze vormen van misdaad te bestrijden.23 Zo bezien wordt de belastingbetaler als gevolg van witwassen twee maal gedupeerd. Achterblijvende overheidsinkomsten en toenemende overheidsuitgaven zullen beide, direct of indirect, op hem worden afgewenteld.