De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen
Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/4.2.2:4.2.2 De eigen aard van witwassen en het belang van een aparte aanpak
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/4.2.2
4.2.2 De eigen aard van witwassen en het belang van een aparte aanpak
Documentgegevens:
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS382961:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie paragraaf 2.3 en 2.4.
Diepenmaat & Verrest 2007, p. 51.
Kamerstukken II 1999-2000, 27 159, nr. 3, p. 5. De minister van Justitie geeft daarmee nogmaals duidelijk te kennen dat witwassen niet als begunstigingsdelict moet worden aangemerkt.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel voor een zelfstandige strafbaarstelling van witwassen merkt de minister van Justitie op dat witwassen niet zozeer als een species van heling moet worden beschouwd, maar als een zelfstandig delict dat een aparte aanpak verdient.1 Anders dan bij heling waar de heler profiteert van andermans misdrijven door het enkele overnemen en/of verhandelen van de door die misdrijven verkregen goederen, draait het bij witwassen zelden om één laakbare handeling en gaat het vaak om een aantal samenhangende kunstgrepen.2 In de opvatting van de minister worden doorgaans gecompliceerde handelingen verricht en behoeft de witwasser regelmatig hulp van – of samenwerking met – anderen. Hij stelt witwassen daarmee voor als een proces waarbinnen meerdere stappen moeten worden gezet en waarbij veelal meerdere personen betrokken zijn. Om welke gecompliceerde handelingen en samenhangende kunstgrepen gaat het volgens de minister en met welk doel verricht de witwasser deze? Op het eerste gezicht lijkt de minister daarover te zwijgen. In de Memorie van Toelichting is weliswaar een korte omschrijving van de verschillende fasen van het witwasproces opgenomen, maar deze fasen worden enkel besproken om te aan te tonen dat de definitie van witwassen zoals opgenomen in de eerste witwasrichtlijn de verschillende verschijningsvormen van witwassen bestrijkt.3 Daarmee wordt echter tegelijk inzicht gegeven in de ‘gecompliceerde handelingen en samenhangende kunstgrepen’ die gedurende het witwasproces moeten worden verricht. Criminelen verbergen de band tussen het misdaadgoed en het onderliggende misdrijf, om vervolgens een alternatieve herkomst aan dit misdaadgoed te hechten. Anders geformuleerd: het zijn de fasen van versluiering en rechtvaardiging die de aard van witwassen vormen.4
Vervolgens rijst de vraag wat de minister bedoelt met het belang van een aparte aanpak van witwassen. Waarin is de strafwaardigheid van het witwassen gelegen? Voordat ik deze vraag beantwoord, sta ik een moment stil bij de strafwaardigheid van heling. Met de herziening van de helingsbepalingen in 1991 werd witwassen immers onder het bereik van artikel 416 e.v. Sr gebracht. Hierboven hebben we gezien dat de aard van heling wordt gevormd door het profiteren van andermans misdrijven door het enkele overnemen en/of verhandelen van de met die misdrijven verkregen goederen. De heler bevordert met zijn handelen dat anderen misdrijven (blijven) plegen. Door de pleger van het gronddelict een afzetmogelijkheid voor zijn misdrijfgoederen te bieden, bevordert de heler met andere woorden de onderliggende criminaliteit. Juist in de begunstiging van het onderliggende misdrijf ligt de strafwaardigheid van heling besloten. Uit de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel tot herziening van de helingsbepalingen volgt dan ook dat de doelstelling van dit wetsvoorstel is via de bestrijding van heling de achterliggende vormen van vermogenscriminaliteit tegen te gaan.5
Ook witwassen werkt in zekere zin begunstigend ten opzichte van de onderliggende misdrijven zoals drugshandel en fraude.6 Deze vormen van criminaliteit zouden immers niet zo aantrekkelijk zijn wanneer de daders hun opbrengsten niet aan het zicht van de politie en justitie zouden kunnen onttrekken. Zolang de band tussen het misdrijfgoed en het onderliggende misdrijf intact is, kan de dader immers worden veroordeeld terzake van het gronddelict en daarbij kan hem het misdrijfgoed worden afgenomen. Deze mogelijkheden bestaan niet langer na een geslaagd witwasproces. De band met het gronddelict is nu voorgoed doorgesneden en daarenboven kent het misdrijfgoed een ogenschijnlijk legale herkomst. Zo bezien bevordert een geslaagd witwasproces het plegen gronddelicten: niet zoals bij heling door een afzetmarkt te bieden voor de opbrengsten van het onderliggende misdrijf, maar door naspeuring richting het gronddelict onmogelijk te maken. Met de strafbaarstelling van witwassen kan dan ook indirect een bijdrage worden geleverd aan een doelmatiger bestrijding van de onderliggende misdrijven. Indien de band tussen het misdrijfgoed en het onderliggende misdrijf intact blijft, dan heeft financieel rechercheren immers kans van slagen.7
In de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel tot een zelfstandige strafbaarstelling van witwassen benadrukt de minister van Justitie evenwel dat de strafwaardigheid van witwassen primair gelegen is in de aantasting van de integriteit van het financiële en economische verkeer en de bedreiging van de maatschappelijke orde. Hij stelt dat het bewustzijn is toegenomen dat van manipulaties met misdaadgeld een grote bedreiging uitgaat voor de samenleving. De integriteit van het financiële en economische verkeer wordt aangetast doordat van misdrijf afkomstige gelden worden witgewassen, waarna deze gelden een ogenschijnlijk legale rol in het financiële en economische verkeer kunnen gaan spelen zonder dat dit kenbaar is voor de bonafide deelnemers aan dat verkeer. De laatsten worden op deze manier ongemerkt betrokken bij het handelen van criminelen. Anderen, die wel op de hoogte zijn van de criminele herkomst van het geld, worden ertoe bewogen om hun medewerking te verlenen aan witwasprocessen. Zij dienen dan bijvoorbeeld hun financiële of juridische expertise ter beschikking te stellen, of zij dienen gebruik te maken van de gelegenheid die hun functie hen biedt. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan medewerkers van financiële instellingen of ambtenaren belast met overheidstoezicht of subsidieverlening. Het resultaat van een geslaagd witwasproces is dat misdaadgeld ongemerkt de legale economie bereikt. Benadeelden hebben niet langer de kans hun vermogen terug te vorderen en de overheid kan dit wederrechtelijk verkregen vermogen niet ontnemen. In het uiterste geval zouden grootschalige witwashandelingen tot gevolg kunnen hebben dat misdaadgeld een machtsfactor wordt die de samenleving corrumpeert. Witwassen vormt daarmee een bedreiging voor de maatschappelijke orde.8
Het verwijt dat een witwasser wordt gemaakt is dus niet zozeer dat hij een misdrijfgoed overneemt en daarmee de pleger van het gronddelict begunstigt, of dat hij de werkelijke herkomst van het goed toedekt waarmee hij de nasporing door politie en justitie frustreert. Door een ogenschijnlijk legale herkomst aan het wederrechtelijk verkregen vermogen te hechten, maakt de witwasser het mogelijk dat dit vermogen ongemerkt in de legale economie geïnvesteerd kan worden. Anders gezegd: de witwasser slaat een brug naar de legale economie, waarmee de financieel-economische integriteit een de maatschappelijke orde worden bedreigd.
Resumerend kan worden vastgesteld dat witwassen eenvoudigweg niet hetzelfde is als heling. Hoogstens kan gesteld worden dat de handelingen die aan beide delicten ten grondslag liggen in hoge mate op elkaar lijken, zodat witwassen met de herziene helingsbepalingen kan worden bestreden.9 Wanneer heling en witwassen met elkaar worden vergeleken, dan blijkt echter dat deze verschillen voor wat betreft aard en strafwaardigheid. Waar het bij heling draait om het overnemen van misdrijfgoederen van de pleger van het gronddelict, daar ziet witwassen op het verhullen van de werkelijke herkomst van een misdaadgoed om daar vervolgens een ogenschijnlijk legale herkomst voor in de plaats te stellen. Het verwijt dat een heler gemaakt wordt, is dat hij het plegen van de onderliggende criminaliteit begunstigt. De witwasser treft een geheel ander verwijt. Met zijn handelen bedreigt hij de financieel-economische integriteit en de maatschappelijke orde. Samengevat kan dus worden gesteld dat witwassen niet als species van heling moet worden aangemerkt. Witwassen is een zelfstandig delict met een eigen aard en een eigen strafwaardigheid en om die redenen verdient witwassen een aparte aanpak. Dit vraagt om een zelfstandige strafbepaling, die opgenomen dient te worden in een aparte titel in het Wetboek van Strafrecht.10