Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/4.2.5
4.2.5 De gronden voor de strafbaarstelling nader beschouwd
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS389014:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Voetnoten
Voetnoten
Kamerstukken II 1999-2000, 27 159, nr. 3, p. 7. Deze samenvatting luidt als volgt: ‘1. Een zelfstandige strafbaarstelling van witwassen is een uitdrukking en erkenning van de eigen aard van het witwassen en het belang van een aparte aanpak. 2. Op de voorgestelde bepalingen is de heler-steler-regel niet van toepassing zodat witwassen strafbaar is ongeacht of het betreft door eigen misdrijf verkregen opbrengsten dan wel de opbrengst van andermans misdrijf. Dit betekent een belangrijke verbetering van het instrumentarium voor de aanpak van het witwassen. 3. Door in de voorgestelde artikelen 420bis en 420quater Sr nauwer dan voorheen aansluiting te zoeken bij de internationale omschrijvingen van het witwassen, wordt optimaal recht gedaan aan de strafbaarstellingsverplichting die Nederland op grond van Europees en internationaal recht heeft. 4. Tot slot vergemakkelijkt het voorgestelde witwasdelict de internationale rechtshulp met landen die ook een dergelijke aparte strafbaarstelling hebben.’
Aan de invoering van een zelfstandige strafbaarstelling van witwassen liggen verschillende redenen ten grondslag. Deze redenen komen met name aan bod in de Memorie van Toelichting bij het wetsvoorstel. Ik stel vast dat de gronden die de minister van Justitie aanvoert op zichzelf beschouwd niet allemaal een overtuigend argument geven om tot een zelfstandige strafbaarstelling van witwassen te komen. Het zijn met name de eigen aard van het witwassen en het belang van een aparte aanpak die pleiten voor een zelfstandige strafbaarstelling. Witwassen is namelijk eenvoudigweg niet hetzelfde als heling. In de kern draait het bij witwassen om het versluieren van de band tussen een voorwerp en het misdrijf waaruit dit voorwerp afkomstig is, waarna de schijn wordt gewekt dat dit voorwerp een legale oorsprong kent. Na het voltooien van het witwasproces kan het van misdrijf afkomstige voorwerp ongemerkt deel gaan uitmaken van de legale economie. Witwassen vormt daarmee een bedreiging voor de integriteit van het financiële en economische verkeer en de maatschappelijke orde. Het is om die reden dat witwassen een aparte aanpak verdient. Met het oog op de aard en de strafwaardigheid van witwassen maakt het daarbij geen verschil of gehandeld wordt met de opbrengsten verkregen uit eigen of andermans misdrijf. Er bestaat dan ook geen reden om de onder de herziene helingsbepalingen geldende heler-stelerregel van toepassing te verklaren op de zelfstandige strafbaarstelling van witwassen.
De overige gronden die de minister aanvoert om tot een zelfstandige strafbaarstelling van witwassen te komen, te weten: het beter uitvoering geven aan de internationale verplichtingen en het vergemakkelijken van de internationale rechtshulp, overtuigen op zichzelf genomen niet. Met de herziene helingsbepalingen van 1991 voldeed Nederland reeds keurig aan de internationale verplichtingen die met betrekking tot de strafbaarstelling van witwassen gelden. Het is overigens de vraag of de minister van Justitie uiteindelijk niet tot dezelfde slotsom kwam. In de Memorie van Toelichting noemt hij de gronden voor de invoering van een apart witwasdelict plots in een geheel andere volgorde wanneer hij deze nog eens kort samenvat.1