Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/5.7.6.1
5.7.6.1 Doorkruising van de una via-regeling
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS391353:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Voetnoten
Voetnoten
Verdrag van 16 december 1966, Trb. 1969, 99 (herziene versie Trb. 1978, 177).
De Blieck, van Amersfoort e.a. 2013, p. 399.
De Haas 2008, p. 1341, Koster 2009, p. 23.
Zie Valkenburg 2007, p. 154. Zie voorts HR 12 januari 1999, NJ 1999, 289. Met de Wetvan 25 juni 2009, Stb. 2009, 264, tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrech (Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht), welke inwerking is getreden op 1 juli 2009 (Stb. 2009, 266), is de una via-regeling uit de AWR geschrapt. Op de genoemde datum hebben de artikelen 67o en 69a in de AWR namelijk plaatsgemaakt voor een regeling in de Algemene wet bestuursrecht (hierna: AWB) en het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv). Zie Kamerstukken II 2003-2004, 29 702, nr. 3, p. 137-139 en p. 154. Uit artikel 5:44, lid 1 AWB volgt dat geen bestuurlijke boete wordt opgelegd indien wegens dezelfde gedraging reeds een strafvervolging is ingesteld, terwijl in artikel 243, lid 2 Sv de spiegelbeeldige situatie is geregeld. Enkel wanneer nieuwe bezwaren tegen de verdachte bekend zijn geworden, kan alsnog strafvervolging worden ingesteld. Zie het Besluit bestuurlijke boeten belastingdienst van 6 december 2010, Stcrt. 2010, nr. 20116, § 15 onder 6 en 7. Artikel 243, lid 2 Sv biedt het openbaar ministerie daarmee een beperkte mogelijkheid om een zaak te heropenen, indien bij nader inzien blijkt dat deze te ernstig is om bestuurlijk te worden afgedaan.
De Haas 2008, p. 1340.
In het belastingrecht wordt door middel van de zogenaamde una viaregeling voorkomen dat een belastingplichtige in het geval van een fiscale verzwijging wordt blootgesteld aan een dubbele vervolging. Deze una viaregeling berust op artikel 14, zevende lid van het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (hierna: IVBPR),1 waarin het ne bisin idem-beginsel is neergelegd.2 In deze bepaling van het IVBPR wordt voorgeschreven dat niemand voor een tweede maal mag worden berecht of bestraft voor een strafbaar feit waarvoor hij reeds bij onherroepelijke uitspraak is veroordeeld of waarvan hij is vrijgesproken. Op grond van de una viaregeling dient een keuze te worden gemaakt tussen het instellen van een strafvervolging en het opleggen van een bestuurlijke boete ter zake van het begane feit.3 Zo snijdt de oplegging van een fiscale boete de weg af van een vervolging ter zake van overtreding van artikel 69 AWR, terwijl omgekeerd na een transactie of het uitroepen van de zaak ter terechtzitting geen bestuurlijke boete meer kan worden opgelegd.4
De una via-regeling staat echter niet in de weg aan een strafvervolging wegens witwassen. Deze regeling kan namelijk niet voorkomen dat wanneer de belastingplichtige een bestuurlijke boete is opgelegd, hij daarnaast wordt vervolgd ter zake van artikel 420bis, lid 1 sub b Sr omdat hij als gevolg van de fiscale verzwijging een voorwerp voorhanden heeft waarvan hij weet dat het uit misdrijf afkomstig is. Zo bezien kan de una via-regeling met de ruime uitleg van het delictsbestanddeel ‘uit enig misdrijf afkomstig’ eenvoudig worden omzeild. De rechtsgoederen die met de strafbaarstelling van witwassen en het belastingdelict van artikel 69 AWR worden beschermd verschillen weliswaar – artikel 420bis, lid 1 Sr ziet immers op de bescherming van de integriteit van het financieel-economische verkeer en de maatschappelijke orde terwijl artikel 69 AWR ziet op het voorkomen van de benadeling van de fiscus – maar deze vertonen desondanks een nauwe verwantschap. De Haas stelt zelfs dat op een hoger abstractieniveau een nagenoeg gelijke strekking te bespeuren valt.5 Dit pleit er dan ook voor om het toepassingsbereik van de una via-regeling uit te breiden tot de strafbaarstelling van witwassen, wanneer het gaat om het enkele voorhanden hebben van voorwerpen die door belastingontduiking zijn verkregen.