2.3.4.1 Vermogensstijging

Met vermogensbestanddelen die moeilijk objectief waardeerbaar zijn kan eenvoudig een vermogensstijging worden voorgewend. Het gaat dan bijvoorbeeld om kunst, antiek en onroerend goed. Door het veinzen van een lucratieve verkoop kan een crimineel een legale herkomst van zijn misdaadgeld overleggen. Zo kan hij een waardeloos erfstuk presenteren als antiek.

Hij verkoopt dit erfstuk voor twee ton aan een schijnbaar onafhankelijke derde. De laatste is in werkelijkheid echter een handlanger van de verkoper. De koper verdwijnt uit beeld en de verkoper kan een vermogensstijging van twee ton verklaren. Deze methode kan eenvoudig worden uitgebouwd tot een zogenaamde ABC-constructie. Als voorbeeld neem ik de verkoop van onroerend goed. A verkoopt een kantoorpand aan B, waarna B het doorverkoopt aan C. A levert uiteindelijk direct aan C. Bij elke verkoop stijgt de prijs van het pand, maar deze prijsstijgingen vinden slechts plaats op papier. Alle betrokkenen behoren namelijk tot dezelfde criminele organisatie. Middels de ABC-constructie zijn zij in staat een flinke vermogensstijging voor te wenden waarmee zij een rechtvaardiging aanbrengen voor het aanwezige misdaadgeld.1 Een andere mogelijkheid om het lucratieve karakter van een transactie voor te wenden bestaat in het verlagen van de officiële aankoopprijs. Een crimineel koopt onroerend goed voor een bedrag van vijf miljoen euro. De officiële koopprijs wordt echter op 4,2 miljoen euro gesteld. Het resterende bedrag wordt buiten de boeken gehouden en contant afgerekend. Vervolgens wordt het onroerend goed doorverkocht voor vijf miljoen euro. Deze keer wordt het gehele aankoopbedrag echter in de koopakte opgenomen. Op papier realiseert de crimineel met deze transactie een winst van acht ton. Van winst is de facto geen sprake, maar hij heeft wel een flink bedrag voorzien van een schijnbaar legale herkomst.2