De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen
Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/6.3.5:6.3.5 De verklaring van de verdachte
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/6.3.5
6.3.5 De verklaring van de verdachte
Documentgegevens:
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS384174:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In de door de Hoge Raad toegepaste bewijsconstructie is dus een belangrijke rol weggelegd voor de verklaring van de verdachte. Daarmee wijkt deze constructie af van het door de minister voorgestelde model. Uit de toelichting op het wetsvoorstel en de parlementaire behandeling daarvan blijkt immers niet van enige betrokkenheid van de verdachte bij het bewijs van witwassen. Het hoogste rechtscollege vergt evenwel een concrete, verifieerbare en niet hoogst onwaarschijnlijke verklaring voor de herkomst van het voorwerp indien de vaststaande feiten en omstandigheden het vermoeden van witwassen rechtvaardigen. Indien de verdachte niet aan deze verplichting voldoet, dan kan de rechter dat laten meewegen bij de waardering van het bewijs. Het uitblijven van een ontlastende verklaring draagt dan in feite bij aan de overtuigingskracht van het reeds beschikbare bewijsmateriaal.
Wanneer schiet de verklaring van de verdachte in de praktijk tekort en kan deze bijdragen aan de conclusie dat het niet anders kan zijn dan dat het voorwerp van enig misdrijf afkomstig is? In het navolgende passeren achtereenvolgens de onaannemelijke verklaring, de tegenstrijdige verklaring, de kennelijk leugenachtige verklaring en het zwijgen van de verdachte de revue.
6.3.5.1 Onaannemelijke verklaringen6.3.5.2 Tegenstrijdige verklaringen6.3.5.3 Kennelijk leugenachtige verklaringen6.3.5.4 Het zwijgen van de verdachte