De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen
Einde inhoudsopgave
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/8.5.1:8.5.1 Naar een gerichte aanpak
De Nederlandse strafbaarstelling van witwassen (SteR nr. 28) 2015/8.5.1
8.5.1 Naar een gerichte aanpak
Documentgegevens:
Mr. F. Diepenmaat, datum 01-09-2015
- Datum
01-09-2015
- Auteur
Mr. F. Diepenmaat
- JCDI
JCDI:ADS382981:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie de paragrafen 8.5.1.1, 8.5.1.2 en 8.5.1.3.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Naar mijn idee dient de ratio van de strafbaarstelling van witwassen leidend te zijn bij de inzet ervan. Primair strekt deze bepaling tot de bescherming van de financieel-economische integriteit en de maatschappelijke orde door tegen te gaan dat uit misdrijf afkomstige voorwerpen van een ogenschijnlijk legale herkomst worden voorzien. Bij witwasonderzoeken moet dan ook worden gericht op die gevallen waarin het handelen van de verdachte beantwoordt aan de aard van het witwassen en waarvan een bedreiging uitgaat voor de belangen die met de strafbaarstelling worden beschermd. Bedacht moet worden dat wetgeving geen oplossing kan bieden voor de eenzijdige toepassing van de witwasbepalingen. In de hoofdstukken 4, 5 en 6 werd duidelijk dat de geldende strafbaarstelling en het daarmee samenhangende bewijsrecht niet in de weg staan aan een succesvolle vervolging wegens witwassen. Kort gezegd beschikken politie en justitie reeds over het juiste gereedschap om tegen elke vorm van witwassen te kunnen optreden, maar desondanks draait het in de praktijk veelal niet om de zaken die gezien de ratio van deze strafbepaling de aandacht verdienen.
In het navolgende onderzoek ik aan de hand van wetgeving, beleidsdocumenten, onderzoeksrapporten en literatuur hoe de toepassing van de witwasbepalingen in de praktijk beter kan worden afgestemd op de oorspronkelijke doelstelling van de strafbaarstelling van witwassen. Eerst richt ik mij op de vraag op welke manier politie en Justitie juist die zaken in het vizier kunnen krijgen waarin het handelen van de verdachte beantwoordt aan de aard van het witwassen en waarvan daadwerkelijk een bedreiging uitgaat voor de belangen die met strafbaarstelling worden beschermd. Ter beantwoording van deze vraag besteed ik achtereenvolgens aandacht aan de analyse van afgeronde opsporingsonderzoeken, de informatieverstrekking door private partijen en de informatieverstrekking door toezichthouders.1 Vervolgens komen mogelijke knelpunten bij de opsporing en vervolging van witwassen aan bod in paragraaf 8.5.2.
8.5.1.1 Analyse van afgeronde opsporingsonderzoeken8.5.1.2 Informatieverstrekking door private partijen8.5.1.3 Informatieverstrekking door toezichthouders