Einde inhoudsopgave
Wet implementatie EU-richtlijn hernieuwbare energie voor garanties van oorsprong
Artikel 3 [Minister verantwoordelijk]
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2022
- Bronpublicatie:
01-06-2022, Stb. 2022, 212 (uitgifte: 09-06-2022, kamerstukken: 35814)
- Inwerkingtreding
01-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-09-2022, Stb. 2022, 370 (uitgifte: 27-09-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Europees energierecht
Milieurecht / Energie
Energierecht / Energieopwekking
1.
Onze Minister is belast met het uitgeven, overdragen en innemen via een elektronisch systeem van garanties van oorsprong voor ander gas uit hernieuwbare bronnen.
2.
Onze Minister opent op aanvraag van een in Nederland gevestigde producent, leverancier, handelaar of de Nederlandse Emissieautoriteit, bedoeld in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer, een rekening voor garanties van oorsprong. Bij deze aanvraag overlegt de producent het resultaat van de vaststelling, bedoeld in artikel 4.
3.
Onze Minister boekt op aanvraag garanties van oorsprong voor ander gas uit hernieuwbare bronnen op een daarbij aangegeven rekening voor garanties van oorsprong, indien een in Nederland gevestigde producent bij deze aanvraag de gegevens overlegt omtrent:
- a.
de gemeten hoeveelheid ander gas uit hernieuwbare bronnen; of
- b.
indien een producent gebruik maakt van conversie:
- 1°
de gemeten hoeveelheid ander gas uit hernieuwbare bronnen;
- 2°
de gemeten hoeveelheid energie uit hernieuwbare bronnen die is gebruikt voor de opwekking van de hoeveelheid, bedoeld onder 1°; en
- 3°
het bewijs van afboeking of verzoek tot afboeking van garanties van oorsprong van een Nederlandse rekening voor garanties van oorsprong voor de gemeten hoeveelheid, bedoeld onder 2°.
4.
Onze Minister kan de taken, bedoeld in het eerst tot en met derde lid, mandateren aan een niet-ondergeschikte die onafhankelijk is van producenten, leveranciers en handelaren.