NJ 2013/440
Onvoldoende bewijs opzettelijke overtreding meldingsplicht aandelentransacties.
HR 03-09-2013, ECLI:NL:HR:2013:582
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 september 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/01888 E
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Noot
Red. Aant.
- JCDI
JCDI:ADS161717:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:582, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑09‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:678, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑08‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑12‑2012
- Wetingang
Art. 359 lid 1 en lid 3 Sv; art. 2a Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 (oud)
Essentie
Economische zaak. Opzet op het niet onverwijld melden van de aandelentransacties cfm art. 2a Wet melding zeggenschap in ter beurze genoteerde vennootschappen 1996 (oud). Het oordeel dat verdachte bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat de bewezenverklaarde overtredingen van de wettelijke meldingsverplichting zich zouden gaan voordoen nu verdachte — als bestuurder van een beursgenoteerde onderneming — de op hem rustende zorgplicht zijn organisatie zo in te richten dat over de relevante kennis ter zake van de onderhavige financiële toezichtwetgeving werd beschikt, heeft veronachtzaamd, doordat hij, nu de verantwoordelijke groepsjuriste die relevante kennis niet bezat, heeft nagelaten zich ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.