Bijlage.
Rb. Amsterdam, 27-02-2018, nr. 13/730063-17
ECLI:NL:RBAMS:2018:1739
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
27-02-2018
- Zaaknummer
13/730063-17
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBAMS:2018:1739, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 27‑02‑2018; (Eerste aanleg - meervoudig)
Uitspraak 27‑02‑2018
Inhoudsindicatie
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben van 5 milliliter hennepolie, 26 gram hennep en 1 gram hash. Vrijspraak van de overige feiten.
Partij(en)
RECHTBANK AMSTERDAM
VONNIS
Parketnummer: 13/730063-17 (Promis)
Datum uitspraak: 27 februari 2018
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1970,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[GBA adres] .
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Op de zitting van 27 februari 2018 is door de rechtbank de zaak tegen verdachte inhoudelijk behandeld. Verdachte was hierbij aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. A. van de Venn en M.A. van der Vlugt en van wat verdachte en zijn raadsman mr. M. Veldman naar voren hebben gebracht.
2. Tenlastelegging
Verdachte wordt – na wijziging van de tenlastelegging op de zitting van 27 februari 2018 – ervan beschuldigd dat hij zich op 15 november 2017 schuldig heeft gemaakt aan
het (in vereniging) bewerken/ verwerken/ verkopen/ afleveren/ verstrekken/ vervoeren/ aanwezig hebben van diverse soorten harddrugs: 293 XTC tabletten (MDMA), 5,11 gram cocaïne, 664 eenheden 25B NBOMe, 0,77 gram tetrahydrocannabinol, 8 milliliter tetrahydrocannabinol, 36,9 gram hennepolie en/of 22,8 milliliter hennepolie;
het (in vereniging) bewerken/ verwerken/ verkopen/ afleveren/ verstrekken/ vervoeren/ aanwezig hebben van diverse soorten softdrugs. In de woning aan de [adres 1] : 87,3 kilogram weed, 55,24 kilogram hasjiesj, 30,33 kilogram hennep en/of 6,02 kilogram voorgedraaide joints, en in de woning aan de [adres 2] : 26 gram weed en/of 1 gram hash;
het (in vereniging) voorhanden hebben van diverse goederen om de productie van MDMA, cocaïne, 25B NBOMe en/of ketamine voor te bereiden/ te bevorderen;
het (in vereniging) witwassen van € 144.030,-, 0,18 bitcoins en/of € 10.420,-.
De tekst van de hele tenlastelegging is opgenomen in bijlage I.
3. Waardering van het bewijs
3.1
Inleiding
Naar aanleiding van schriftelijke informatie van het Landelijk Internationaal Rechtshulp Centrum (LIRC) over een ontmoeting op 15 november 2017 tussen meerdere personen omtrent een levering van drugs in Ierland en de geldoverdracht daarvan, is door de politie een observatie gestart. Het observatieteam heeft een aantal verdachten gevolgd naar onder meer de adressen [adres 2] en [adres 1] te Amsterdam. Na de aanhouding van de verdachten op verschillende locaties zijn deze woningen doorzocht. In beide woningen is het volgende aangetroffen: verschillende soorten en hoeveelheden harddrugs en softdrugs en diverse goederen die mogelijk in verband kunnen worden gebracht met het voorbereiden of bewerken van harddrugs. In de woning aan de [adres 1] is ook nog een bedrag van € 144.030,- en 0,18 bitcoin gevonden, en in de woning aan de [adres 2] een bedrag van in totaal € 10.420,-. De vraag is nu – kort gezegd – of bij verdachte sprake is van wetenschap van de aanwezigheid van deze goederen op beide adressen, of hij de beschikkingsmacht over de aangetroffen goederen had en of dit strafbaar is.
3.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie vinden dat alle tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden. De woning aan de [adres 2] is eigendom van verdachte. Uit het dossier blijkt dat de woning aan de [adres 1] in direct verband staat met de woning aan de [adres 2] , omdat verdachte continue op en neer loopt tussen beide woningen. Uit het dossier volgt ook dat hij in bredere zin betrokken is bij de [adres 1] en de spullen die daar zijn aangetroffen, en dat hij samenwerkte met medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] . Het medeplegen van feit 1 en 2 kan dan ook bewezen worden. Ook kan worden bewezen dat hij samen met anderen diverse middelen en stoffen voorhanden heeft gehad om de handel in harddrugs te bevorderen, zoals onder 3 ten laste is gelegd. Uit onderzoek aan de digitale gegevensdragers blijkt namelijk dat niet alleen in softdrugs, maar ook in harddrugs werd gehandeld en dat deze handel vanuit de woning aan de [adres 1] plaatsvond.
De officieren van justitie vinden ten aanzien van het bedrag van € 144.030,- en de bitcoins die in de woning op de [adres 1] zijn aangetroffen dat sprake is van een vermoeden van witwassen. Het is aannemelijk dat verdachte samen met de medeverdachten handelden in drugs en dat hij dus op de hoogte was van de winst die hieruit voortvloeide. Met betrekking tot het bedrag van € 10.420,- dat in de woning op de [adres 2] is gevonden concluderen de officieren van justitie tot vrijspraak.
3.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft de rechtbank verzocht verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten, met uitzondering van een hoeveelheid van ongeveer 30 gram hennep die in de woning van verdachte is gevonden. Er is geen enkele aanwijzing dat verdachte betrokken is bij de gevonden verdovende middelen op de eerste verdieping van de [adres 1] of het bedrag van € 144.030,- en de verdovende middelen in de kruipruimte. Verder dan de keuken/woonkamer van die woning kwam hij niet. Kortom, het bewijs voor de betrokkenheid van verdachte bij feiten 1, 2 en 4 ontbreekt. Naast dat verdachte moet worden vrijgesproken van het witwassen van € 144.030,-, moet ook vrijspraak volgen voor het witwassen van het bedrag van € 10.420,. Dit bedrag is afkomstig uit een legale bron, namelijk van dividenduitkering van zijn voormalige onderneming en een prijs die hij heeft gewonnen in de Postcodeloterij.
Ten aanzien van het derde feit heeft de raadsman bepleit dat een aantal van de genoemde voorwerpen sowieso niet kan dienen als voorbereidingshandeling, noch voor harddrugs, noch voor softdrugs. De attributen die wel als voorbereidingshandelingen kunnen worden aangemerkt hebben volgens het dossier betrekking op de handel in softdrugs, in plaats van harddrugs.
3.4
Het oordeel van de rechtbank
3.4.1
Het onder 1 en 2 tenlastegelegde
Ten aanzien van de verdovende middelen in de [adres 1]
Verdachte heeft verklaard dat hij regelmatig bij medeverdachte [medeverdachte 1] over de vloer kwam in de woning aan de [adres 1] om daar jointjes te roken. Hoewel hieruit vermoed zou kunnen worden dat verdachte op de hoogte was van de aanwezigheid van de verdovende middelen die in deze woning zijn aangetroffen, blijkt uit het dossier niet dat verdachte daadwerkelijk wetenschap had van de aanwezigheid daarvan. Zelfs als zou kunnen worden vastgesteld dat verdachte daarvan wist, dan nog valt uit het dossier niet op te maken dat verdachte ook de beschikkingsmacht heeft gehad over deze verdovende middelen. Kortom, verdachte wordt vrijgesproken van die delen van de tenlastelegging van feit 1 en 2 die zien op de verdovende middelen die in de woning aan de [adres 1] zijn aangetroffen.
Ten aanzien van de verdovende middelen in de [adres 2]
Tijdens de doorzoeking van de [adres 2] te Amsterdam zijn er op 15 november 2017 verdovende middelen aangetroffen, namelijk hennepolie, hennep en hash. Verdachte heeft in zijn verhoor bij de rechter-commissaris bekend dat hij een bakje softdrugs bezat. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte hennepolie (feit 1), hennep en hash (feit 2) voorhanden had. Ten aanzien van feit 1 merkt de rechtbank op dat een aantal laboratoriumrapporten ontbreekt. Alleen van een flesje met 5 milliliter hennepolie zit een laboratoriumrapport in het dossier. De rechtbank acht om die reden alleen het bezit van 5 milliliter hennepolie bewezen. Van het overige wordt verdachte vrijgesproken.
3.4.2
Vrijspraak van het onder 3 ten laste gelegde
Zoals hiervoor ten aanzien van de verdovende middelen in de [adres 1] is overwogen, geldt ook ten aanzien van de goederen die op de tenlastelegging onder feit 3 staan genoemd dat onvoldoende uit het dossier blijkt dat verdachte wist van de aanwezigheid van deze goederen in de [adres 1] laat staan daarover kon beschikken. Op de tenlastelegging bij dit feit staat ook een C2000 detector. Deze is wel in de woning van verdachte aangetroffen, maar niet kan worden gezegd dat deze detector (specifiek) bestemd was voor de handel in harddrugs. Kortom, de rechtbank acht niet bewezen wat onder 3 is ten laste gelegd. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
3.4.1
Vrijspraak van het onder 4 ten laste gelegde
Zoals hiervoor ten aanzien van de verdovende middelen in de [adres 1] is overwogen, geldt ook ten aanzien het geldbedrag van € 144.030,- en de 0,18 bitcoins dat uit het dossier onvoldoende blijkt dat verdachte wist van de aanwezigheid van deze voorwerpen in die woning en/of daarover kon beschikken. De rechtbank acht dan ook niet bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen van het bedrag van € 144.030,- en de 0,18 bitcoins. Verder is de rechtbank met de officier van justitie en de raadsman van oordeel dat verdachte vrijgesproken moet worden van witwassen van het bedrag van € 10.420,-. Kortom, de rechtbank acht niet bewezen wat onder 4 is ten laste gelegd. Verdachte zal van dit feit worden vrijgesproken.
4. Bewezenverklaring
De rechtbank vindt op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen dat verdachte
1.
op 15 november 2017 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad 5 milliliter hennepolie;
2. op 15 november 2017 te Amsterdam, opzettelijk aanwezig heeft gehad in de woning aan de [adres 2] :
- 26 gram hennep en
- 1 gram hash.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
5. De strafbaarheid van de feiten
De raadsman heeft ten aanzien van de hennepolie bepleit dat het gaat om Cannabidiol (CBD), wat een door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport toegestaan middel is dat op internet en in veel drogisten in Nederland wordt verkocht. De Voedsel- en Warenautoriteit beschouwt CBD ook als voedingssupplement. De raadsman doet dan ook een beroep op het ontbreken van materiële wederrechtelijkheid.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Het bezit van hennepolie is namelijk nog steeds een strafbaar feit, omdat het op lijst I van de Opiumwet staat vermeld.
De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
6. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
7. Motivering van de straf
7.1
De eis van de officier van justitie
Het Openbaar Ministerie heeft gevorderd dat de rechtbank een gevangenisstraf van vijf jaar oplegt, met aftrek van voorarrest. Er is ook gevorderd dat de gevangenneming wordt bevolen. Verdachte heeft vier strafbare feiten gepleegd. Niet alleen zijn er forse handelshoeveelheden drugs aangetroffen, maar er is ook bijna € 150.000,- witgewassen. Daarnaast is meegewogen dat sprake is van omvangrijke drugshandel door een zeer professionele, goed georganiseerde en internationaal opererende groep.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft verzocht om verdachte schuldig te verklaren, zonder oplegging van maatregel of straf.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk voorhanden hebben van 5 milliliter hennepolie, 26 gram hennep en 1 gram hash. Verdovende middelen zijn verslavende stoffen en kunnen bij langdurig gebruik schadelijk zijn voor de gezondheid. Daarnaast ontstaat door het bezit van hard- en softdrugs, en de daarmee samenhangende handel, schade en overlast voor de samenleving.
Door de rechtbank is tevens acht geslagen op het strafblad van verdachte van 31 januari 2018. Hieruit blijkt dat verdachte eerder voor een soortgelijke feit is veroordeeld.
Bij het bepalen van de strafmaat heeft de rechtbank ook gekeken naar de oriëntatiepunten voor straftoemeting van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS)1.. Hieruit blijkt dat bij het bezit van geringe hoeveelheden harddrugs/softdrugs geldboetes worden opgelegd. Dit maakt dat de rechtbank uitkomt op een geldboete van € 200,00, met aftrek van het voorarrest.
8. Beslag
Onder verdachte zijn de voorwerpen in beslag genomen die staan vermeld in de beslaglijst in bijlage III.
Teruggave aan verdachte
De in de beslaglijst opgenomen goederen kunnen worden teruggegeven aan verdachte. Een relatie met de door verdachte gepleegde strafbare feiten kan naar het oordeel van de rechtbank niet worden vastgesteld.
9. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 23, 24c en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet.
10. Beslissing
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 3 en 4 tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert als juridische kwalificatie op:
Ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde:
Opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Ten aanzien van het onder 2 bewezen verklaarde:
Opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een geldboete van € 200,00 (tweehonderd euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 4 (vier) dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, op de geldboete in mindering gebracht zal worden naar de maatstaf van € 50,00 (vijftig euro) per dag.
Gelast de teruggave aan [verdachte] van:
- -
USB stick kleur rood, vallende onder goednummer 5484717 .
- -
GPS tracker, vallende onder goednummer 5484709 .
- -
Simkaart uit GPS tracker ( [nummer tracker] ), vallende onder goednummer 5509579 .
- -
Sim kaart Lyca, vallende onder goednummer 5484718 .
- -
Simkaart (komt uit [nummer tracker] -GPS tracker), vallende onder goednummer 5509579 .
- -
Apple IPhone (wit), vallende onder goednummer 5484710 .
- -
Geld, biljetten, €105,-, vallende onder goednummer 5484720 .
- -
dv. Bankbiljetten totaal €2.295,-, vallende onder goednummer 5484721 .
- -
Geld, diverse biljetten totaal €8.020,-, vallende onder goednummer 5484722 .
- -
Scanner Target Blue Bye, scanner C2000, vallende onder goednummer 5485476 .
- -
IPhone 5, vallende onder goednummer 5485048 .
- -
Simkaart nieuw, vallende onder goednummer 5485050 .
- -
Simkaart nieuw, vallende onder goednummer 5485054 .
- -
Simkaart los, vallende onder goednummer 5485055 .
- -
Cartier, vallende onder goednummer 5485506 .
Dit vonnis is gewezen door
mr. G.M. van Dijk, voorzitter,
mrs. G.H. Marcus en M.C.M. Hamer, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Mark, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 februari 2018.
[Bijlage]
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
[Bijlage] | [Bijlage] |
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 27‑02‑2018