RO 2019/73
In hoeverre kan bij de beoordeling van de vraag of de verjaring van de vordering tijdig is gestuit betekenis toekomen aan verdere correspondentie tussen partijen?
HR 04-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1489
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
4 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, G. Snijders, M.J. Kroeze
- Zaaknummer
18/02341
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS175171:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1489, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 04‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:443, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑04‑2019
- Wetingang
Essentie
Verjaring. Stuiting. Bestuurdersaansprakelijkheid.
In hoeverre kan bij beoordeling van de vraag of de verjaring van de vordering tijdig is gestuit betekenis toekomen aan verdere correspondentie tussen partijen? Kan in een met stuiting bedoeld voorbehoud tot nakoming van de ene vordering een voorbehoud met betrekking tot een andere, samenhangende vordering besloten liggen? (Pluvezo)
Samenvatting
Y, (indirect) bestuurder van Pluvezo BV heeft in 2003 namens Pluvezo € 1.000.000 geleend aan een pluimveebedrijf zonder daartegenover enige zekerheid te bedingen. De geldlening is gedeeltelijk terugbetaald waarna de schuldenaar is gefailleerd. Op 18 april 2008 stelt Pluvezo Y als bestuurder aansprakelijk voor de schade ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.