RvdW 2019/284
Arbeidsrecht. Wwz. Kort geding. Reorganisatie. Opzegging arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden (art. 7:669 lid 1 en lid 3, onder a BW). Volgorde opzegging; afspiegelingsbeginsel (art. 11 Ontslagregeling); uitwisselbaarheid functies (art. 13 Ontslagregeling); maatstaf uitwisselbaarheid.
HR 15-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:229
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 februari 2019
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/00442
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:229, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1504, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 30‑11‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑03‑2018
- Wetingang
Art. 7:669 BW; art. 11, 13 Ontslagregeling (Stcrt. 11 mei 2015, nr. 12685)
Essentie
Arbeidsrecht. Wwz. Kort geding. Reorganisatie. Opzegging arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden (art. 7:669 lid 1 en lid 3, onder a BW). Volgorde opzegging; afspiegelingsbeginsel (art. 11 Ontslagregeling); uitwisselbaarheid functies (art. 13 Ontslagregeling); maatstaf uitwisselbaarheid.
Samenvatting
Ingevolge art. 7:669 lid 3, aanhef en onder a, BW wordt als een redelijke grond voor opzegging aangemerkt: het, over een toekomstige periode van ten minste 26 weken bezien, noodzakelijkerwijs vervallen van arbeidsplaatsen als gevolg van het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering. De Ontslagregeling (Stcrt. 11 mei 2015, nr. 12685) bevat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.