NJ 2022/34
Openbaarmaking uitspraak mag niet mede bestaan uit openbaarmaking van een foto van de verdachte.
HR 21-12-2021, ECLI:NL:HR:2021:1888, m.nt. J.M. ten Voorde
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 december 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, Y. Buruma, M.J. Borgers, A.E.M. Röttgering en M. Kuijer
- Zaaknummer
20/01914
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
J.M. ten Voorde
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS631973:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Sancties
Privacy / Algemeen
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1888, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑12‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑10‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2021
- Wetingang
Essentie
Openbaarmaking van de uitspraak mag niet mede bestaan uit openbaarmaking van een foto van de verdachte.
Samenvatting
In het voorschrift van art. 36 lid 1 Sr dat de rechter de wijze bepaalt waarop aan de last tot openbaarmaking van de uitspraak uitvoering wordt gegeven, ligt niet de bevoegdheid besloten om, met het oog op de openbaarmaking daarvan, in de uitspraak of een daartoe behorende bijlage andere gegevens op te nemen dan de gegevens die in de uitspraak moeten worden opgenomen. Het is de rechter toegestaan te bepalen dat openbaarmaking van de uitspraak plaatsvindt door publicatie van bijvoorbeeld ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.