Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/715 houdende de financiële kaderregeling van de bij het VWEU en het Euratom-Verdrag opgerichte organen, bedoeld in artikel 70 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad
Artikel 42 Belangenconflicten
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2019
- Bronpublicatie:
18-12-2018, PbEU 2019, L 122 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/715)
- Inwerkingtreding
11-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2018, PbEU 2019, L 122 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/715)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
EU-recht / Instituties
1.
Financiële actoren in de zin van hoofdstuk 3 van deze titel en andere personen, met inbegrip van de leden van de raad van bestuur, die bij de uitvoering en het beheer, met inbegrip van voorbereidende handelingen op dit gebied, de audit of de controle van de begroting betrokken zijn, verrichten geen handeling waarbij hun eigen belangen in conflict kunnen komen met die van het orgaan van de Unie. Zij nemen ook passende maatregelen om te voorkomen dat een belangenconflict ontstaat in de functies onder hun verantwoordelijkheid en om situaties te verhelpen die objectief als belangenconflict kunnen worden beschouwd.
Indien er een belangenconflict dreigt te ontstaan, legt de betrokkene de zaak voor aan de bevoegde autoriteit. De bevoegde autoriteit deel schriftelijk mee of er daadwerkelijk een belangenconflict is vastgesteld. In dat geval zorgt de bevoegde autoriteit ervoor dat de betrokken persoon alle activiteiten in verband met de zaak stopzet. De bevoegde autoriteit neemt de nodige verdere maatregelen.
2.
Voor de toepassing van lid 1 doet een belangenconflict zich voor wanneer de onpartijdige en objectieve uitoefening van de functies van de in lid 1 bedoelde financiële actor of andere persoon in gevaar wordt gebracht als gevolg van familiebanden, persoonlijke relaties, politieke gezindheid of nationaliteit, economische belangen of elk ander direct of indirect persoonlijk belang.
3.
De in lid 1 bedoelde bevoegde autoriteit is de directeur. Als het betrokken personeelslid de directeur is, is de bevoegde autoriteit de raad van bestuur of, waar het oprichtingsbesluit zulks toestaat, het directiecomité. In geval van een belangenconflict waarbij een lid van de raad van bestuur is betrokken, is de bevoegde autoriteit de raad van bestuur, met uitzondering van het betrokken lid.
4.
Het orgaan van de Unie stelt regels vast voor het voorkomen van en omgaan met belangenconflicten en publiceert jaarlijks op zijn website de opgave van belangen van de leden van de raad van bestuur.