HR, 13-07-2010, nr. S 08/02726 A
ECLI:NL:HR:2010:BJ8676
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
13-07-2010
- Zaaknummer
S 08/02726 A
- LJN
BJ8676
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2010:BJ8676, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 13‑07‑2010; (Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BJ8676
- Vindplaatsen
Uitspraak 13‑07‑2010
Inhoudsindicatie
Ontbrekende pleitnotities. Het middel klaagt dat het Hof niet heeft beslist op een blijkens de pleitnotities in hoger beroep gevoerd verweer. Die pleitnotities ontbreken bij de aan de HR toegezonden stukken, zodat niet valt na te gaan of t.t.z. het bedoelde verweer is gevoerd. Dat verzuim strijd zozeer met een behoorlijke procesorde dat het, nu het o.g.v. art. 83 RO bij het Hof ingewonnen inlichtingen onherstelbaar is gebleken, nietigheid van het onderzoek en van de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt.
13 juli 2010
Strafkamer
nr. S 08/02726 A
Gra/KD
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een vonnis van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba van 20 mei 2008, nummer H 35/08, in de strafzaak tegen:
[verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep - dat kennelijk niet is gericht tegen de vrijspraak van feit 2 - is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. C. Wendenburg, advocaat te Maastricht, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal Machielse heeft geconcludeerd tot vernietiging van het bestreden vonnis en tot terugwijzing van de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba teneinde op het bestaande beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het derde middel
2.1. Het middel klaagt dat het Hof ten onrechte niet heeft beslist op het blijkens de pleitnotities in hoger beroep gevoerde verweer betreffende de betrouwbaarheid van de voor het bewijs gebezigde medische verklaring.
2.2. Blijkens het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep heeft de raadsvrouwe aldaar het woord tot verdediging gevoerd. Dit proces-verbaal houdt daaromtrent in:
"De raadsvrouw van de verdachte voert het woord tot verdediging conform pleitnotities die aan dit proces-verbaal zullen worden gehecht."
2.3. De in dit proces-verbaal vermelde pleitnotities ontbreken bij de aan de Hoge Raad toegezonden stukken, zodat niet valt na te gaan of ter terechtzitting het in het middel bedoelde verweer is gevoerd.
2.4. Dit verzuim strijdt zo zeer met een behoorlijke procesorde dat het, nu het op grond van door de Hoge Raad op de voet van art. 83 RO bij het Hof ingewonnen inlichtingen onherstelbaar is gebleken te zijn, nietigheid van het onderzoek en van de naar aanleiding daarvan gedane uitspraak meebrengt. Het middel slaagt.
3. Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak - voor zover aan het oordeel van de Hoge Raad onderworpen - niet in stand kan blijven, het eerste en het tweede middel geen bespreking behoeven, en als volgt moet worden beslist.
4. Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak, voor zover aan zijn oordeel onderworpen;
verwijst de zaak naar het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba, opdat de zaak wat betreft het onder 1 tenlastegelegde op het bestaande hoger beroep opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J.P. Balkema, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu en W.F. Groos, in bijzijn van de griffier S.P. Bakker en uitgesproken op 13 juli 2010.