Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kaapverdië houdende wijziging van het op 18 november 1981 te 's-Gravenhage ondertekende Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Kaapverdië inzake sociale zekerheid
Artikel II Slotprotocol
Geldend
Geldend vanaf 01-04-1997
- Bronpublicatie:
23-01-1995, Trb. 1995, 168 (uitgifte: 10-07-1995, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-04-1997
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
28-03-1997, Trb. 1997, 77 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
De tekst van punt 1 tot en met 3 van het Slotprotocol wordt vervangen door de volgende tekst:
- 1.
Ten aanzien van het recht op verstrekkingen krachtens de Nederlandse wetgeving dient onder rechthebbende op verstrekkingen voor de toepassing van Hoofdstuk 1 van titel III van het Verdrag te worden verstaan de persoon die verzekerd of medeverzekerd is ingevolge de verzekering als bedoeld in de Nederlandse Ziekenfondswet.
- 2.
Het bepaalde in artikel 13 en in artikel 14, vijfde lid, is tevens van toepassing op werknemers en rechthebbenden op een pensioen ingevolge de wetgeving van een van de Verdragsluitende Partijen, en hun gezinsleden, die onderdanen van een derde land zijn.
- 3.
Voor de toepassing van artikel 14 van het Verdrag zijn gelijkgesteld met pensioenen krachtens de in artikel 2, eerste lid, alinea A, onder b en c van het Verdrag bedoelde wetgevingen betreffende de arbeidsongeschiktheidsverzekering b en de ouderdomsverzekering c:
- —
pensioenen ingevolge de wet van 6 januari 1966 (Staatsblad 6) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van de burgerlijke ambtenaren en hun nabestaanden ( Algemene burgerlijke pensioenwet);
- —
pensioenen ingevolge de wet van 6 oktober 1966 (Staatsblad 445) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van de militairen en hun nabestaanden ( Algemene militaire pensioenwet);
- —
pensioenen ingevolge de wet van 15 februari 1967 (Staatsblad 138) houdende nieuwe regeling van de pensioenen van het spoorwegpersoneel en hun nabestaanden ( Spoorwegpensioenwet);
- —
pensioenen ingevolge het reglement betreffende de dienstvoorwaarden van de Nederlandse Spoorwegen (R.D.V. 1964 N.S.);
- —
een uitkering ter zake van pensionering vóór het bereiken van de leeftijd van 65 jaar krachtens een pensioenregeling die tot doel heeft de verzorging van werknemers en oud-werknemers;
- —
een uitkering ter zake van vervroegde uittreding uit het arbeidsproces krachtens een door de Staat uitgevaardigde regeling, dan wel krachtens een collectieve arbeidsovereenkomst waarbij een regeling voor vervroegde uittreding is vastgesteld of krachtens een door de Ziekenfondsraad vast te stellen regeling.
- 4.
De werknemer of zijn in artikel 11 van het Verdrag bedoelde gezinsleden en de rechthebbende op een of meer Kaapverdische pensioenen of zijn in artikel 14, tweede en derde lid, van het Verdrag bedoelde gezinsleden die recht hebben op verstrekkingen ten laste van Kaapverdië en die op Nederlands grondgebied wonen, zijn niet verzekerd krachtens de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) onverminderd het recht op verstrekkingen voorzien in de AWBZ.
.