7.4.4.2 De Deense benadering

Ook de Deense wetgeving betreffende grensoverschrijdende splitsing kan niet ter inspiratie gebruikt ter oplossing van de hiervoor geschetste problemen bij crediteurenbescherming. In het Deense recht vindt bescherming van crediteuren ‘ex ante’ plaats. Krachtens het Deense recht moeten één of meer deskundigen verklaren of de crediteuren van iedere vennootschap afdoende beschermd zijn na de splitsing. De aandeelhouders mogen echter besluiten af te zien van zo een verklaring (§ 297 Danish Companies Act).

Indien de deskundige(n) van oordeel is of zijn dat de crediteuren na de splitsing niet voldoende beschermd zijn, of wanneer de aandeelhouders hebben besloten een verklaring van de deskundigen achterwege te laten, kunnen crediteuren in verzet komen tegen de splitsing tot vier weken nadat alle vennootschappen hebben besloten tot grensoverschrijdende splitsing. (§ 298 lid 1 Danish Companies Act). Als crediteuren het recht kunnen hebben verzet aan te tekenen, kan het certificaat (attest) betreffende het besluit tot splitsing alleen afgegeven worden door de – daartoe ter zake bevoegde – Commerce and Companies Agency indien de termijn van vier weken na het besluit tot grensoverschrijdende splitsing is verlopen (§ 298 lid 6 Danish Companies Act). Voorafgaande aan het van kracht worden van de grensoverschrijdende splitsing onderzoekt de Deense Commerce and Companies Agency of alle handelingen en noodzakelijke formaliteiten zijn verricht en of de claims van de crediteuren waarover verzet is aangetekend zijn voldaan (§ 309 lid 1 sub 2 Danish Companies Act). Is dat niet het geval, dan wordt het certificaat niet afgegeven. Het verzet van crediteuren werkt dus prohibitief. In het Deense recht wordt eveneens geen rekening gehouden met crediteurenbescherming ‘ex post’ krachtens het recht van een andere lidstaat dat van toepassing is op de splitsende vennootschap.