NJF 2017/446
Internationaal arbeidsrecht. Hoofdvervoerder behoeft cao-bepalingen voor het beroepsgoederenvervoer bij afsluiten charterovereenkomsten niet te bedingen ten behoeve van Hongaarse en Duitse werknemers van Hongaarse en Duitse zusterondernemingen.
Hof 's-Hertogenbosch 02-05-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:1873
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
2 mei 2017
- Magistraten
Mrs. R.R.M. de Moor, P.P.M. Rousseau, P.S. Kamminga
- Zaaknummer
200.168.324/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsmarktbeleid en -bemiddeling
Vervoersrecht / Wegvervoer
Arbeidsrecht / Collectief arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2017:1873, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 02‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
Internationaal arbeidsrecht. Hoofdvervoerder behoeft cao-bepalingen voor het beroepsgoederenvervoer bij afsluiten charterovereenkomsten niet te bedingen ten behoeve van Hongaarse en Duitse werknemers van Hongaarse en Duitse zusterondernemingen.
Samenvatting
Van Den Bosch Transporten B.V. sluit charterovereenkomsten voor vervoer, doorgaans, vanuit haar vestiging in Noord-Brabant, met haar Duitse en Hongaarse zusterondernemingen. Voor de chauffeurs van deze zusterondernemingen gelden de cao’s voor het beroepsgoederenvervoer niet. FNV en een aantal Hongaarse chauffeurs stellen dat Van den Bosch daarmee in strijd handelt met de cao. Het hof verwerpt het verweer van Van den Bosch dat de cao-bepalingen in strijd zijn met het vrij verkeer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.