V-N 2021/12.8
Voor belastingheffing over inkomsten Zwitserse vakantiewoning geen overlegprocedure nodig
ABRvS 03-02-2021, ECLI:NL:RVS:2021:206, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
3 februari 2021
- Magistraten
Sevenster, Koopman, Ten Veen
- Zaaknummer
201904489/1/A3
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS257511:1
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2021:206, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 03‑02‑2021
- Wetingang
art. 6, 22 en 25 Verdrag Nederland-Zwitserland 2010
Essentie
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de staatssecretaris geen overlegprocedure hoeft op te starten. Er doet zich geen belastingheffing in strijd met het belastingverdrag met Zwitserland voor.
Samenvatting
X bezit een vakantiehuis in Zwitserland. Nederland betrekt dit object in de vermogensrendementsheffing en verleent daarvoor een belastingvrijstelling op grond van het Verdrag Nederland-Zwitserland (2010). Bij de vaststelling van het tarief waartegen het inkomen uit de vakantiewoning wordt belast, houdt Zwitserland rekening met het wereldinkomen, zodat ook het inkomen en het vermogen in Nederland meetellen. X is het hiermee niet eens en verzoekt de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.