Rb. Rotterdam, 12-07-2006, nr. 249392 / HA ZA 05-3163
ECLI:NL:RBROT:2006:AY3969
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
12-07-2006
- Zaaknummer
249392 / HA ZA 05-3163
- LJN
AY3969
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2006:AY3969, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 12‑07‑2006; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 12‑07‑2006
Inhoudsindicatie
bestuurdersaansprakelijkheid, beklamel-norm
Partij(en)
R E C H T B A N K R O T T E R D A M
sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 249392 / HA ZA 05-3163
Uitspraak: 12 juli 2006
VONNIS van de enkelvoudige kamer in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid B.V. HANDEL-EN EXPLOITATIEMAATSCHAPPIJ RUYGROK,
gevestigd te 's-Gravenhage,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. O.E. Meijer,
advocaat mr. R.F. Beijne te Amsterdam,
- tegen -
[X},
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. P.H.Ch.M. van Swaaij,
advocaat mr. J.J. Klomp te Pijnacker.
Partijen worden hierna aangeduid als "Ruygrok" respectievelijk "X".
1. Het verloop van het geding
De rechtbank heeft kennisgenomen van de volgende stukken:
- -
dagvaarding d.d. 1 november 2005;
- -
akte overlegging producties zijdens Ruygrok;
- -
conclusie van antwoord in conventie tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;
- -
tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 22 maart 2006, waarbij een comparitie van partijen is gelast;
- -
brief d.d. 28 april 2006 van mr. Beijne, met bijlagen;
- -
brief d.d. 8 mei 2006 van de procureur van mr. Klomp, met bijlagen;
- -
proces-verbaal van de comparitie van partijen, gehouden op 22 mei 2006;
- -
conclusie van antwoord in reconventie;
- -
de stukken van de op 21 oktober 2005 ten verzoeke van Ruygrok en ten laste van [X] gelegde conservatoire beslagen en van de gerechtelijke inbewaringgeving van de in conservatoir beslag genomen roerende zaken.
2. De vaststaande feiten in conventie en in reconventie
Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, gelet ook op de in zoverre niet betwiste inhoud van de in het geding gebrachte producties, staat tussen partijen - voorzover van belang - het volgende vast:
2.1
Ruygrok en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Stap voor Stap Makelaars B.V. (hierna: Stap voor Stap) hebben op 29 december 2003 een huurovereenkomst kantoorruimte gesloten, ingaande 1 januari 2004 en lopende tot 31 december 2008, betreffende de kantoor-/bedrijfsruimte gelegen aan de Brugge 22 te Barendrecht (hierna: de huurovereenkomst).
2.2
Enig aandeelhouder en bestuurder van Stap voor Stap is Robin Invest Beheer B.V. (hierna: Robin Invest). [X] is enig aandeelhouder en enig bestuurder van Robin Invest. [X] is tevens enig bestuurder van De Jongste Verzeke-ringen B.V. (hierna: De Jongste Verzekeringen). Enig aandeelhouder van De Jongste Verzekeringen is Robin Invest.
2.3
Stap voor Stap is op of omstreeks 15 november 2005 in staat van faillissement verklaard.
2.4
Op 16 september 2005 hebben Ruygrok en De Jongste Verzekeringen in een voor de sector kanton van deze rechtbank aanhangige procedure een regeling getroffen onder meer inhoudende dat De Jongste Verzekeringen de achterstallige huurtermijnen van Stap voor Stap in vier termijnen zou betalen onder de voorwaarde dat aan De Jongste Verzekeringen een huurcontract zou worden aangeboden. Het proces-verbaal waarin deze overeenstemming is opgenomen is uitgegeven voor eerste grosse op 19 september 2005.
2.5
De overeengekomen regeling is niet uitgevoerd waarna de kantonrechter in de procedure tussen Ruygrok als eiseres en Stap voor Stap als gedaagde, bij vonnis van 4 november 2005, Stap voor Stap onder andere heeft veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur alsmede tot betaling van een schadevergoe-ding en voorts de huurovereenkomst heeft ontbonden met veroordeling van Stap voor Stap tot ontruiming van het gehuurde. Stap voor Stap heeft het gehuurde verlaten, maar heeft voor het overige niet aan het vonnis voldaan.
3. Het geschil in conventie
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad
- 1.
te verklaren voor recht dat [X] aansprakelijk is voor de verplichtingen die de besloten vennootschap Stap voor Stap jegens Ruygrok is aangegaan uit hoofde van de huurovereenkomst;
- 2.
[X] te veroordelen tot betaling van € 14.983,35 te vermeerderen met de contractuele vertragingsrente van 2%;
3.
[X] te veroordelen tot betaling van € 2.464,56 per maand vanaf 1 november 2005, uiterlijk tot de expiratiedatum van de huurovereenkomst;
4.
[X] te veroordelen in de proceskosten, die van de beslagen daaronder begrepen.
Tegen de achtergrond van de vaststaande feiten heeft Ruygrok aan de vordering ten grondslag gelegd, kort en zakelijk weergegeven, dat [X] als feitelijk bestuurder van Stap voor Stap onrechtmatig jegens Ruygrok heeft gehandeld door namens deze vennootschap een huurovereenkomst aan te gaan terwijl hij wist, althans kon weten, dat Stap voor Stap haar verplichtingen niet zou kunnen nakomen.
[X] heeft de vordering van Ruygrok gemotiveerd weersproken.
4. Het geschil in reconventie
De vordering luidt - verkort weergegeven - om bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren voor recht dat Ruygrok onrechtmatig heeft gehandeld door het leggen van diverse conservatoire beslagen ten laste van [X] en Ruygrok te veroordelen tot betaling van € 11.493,98, met veroordeling van Ruygrok in de proceskosten.
Aan deze vordering heeft [X] ten grondslag gelegd dat de beslagen ten onrechte zijn gelegd zodat Ruygrok onrechtmatig heeft gehandeld jegens [X] en gehouden is de hieruit voortvloeiende schade, bestaande uit juridi-sche kosten ad € 6.493,98 en gemist genot van de beslagen goederen ad € 5.000,-, te vergoeden.
Ruygrok heeft de vordering van [X] gemotiveerd betwist.
5. De beoordeling
in conventie
5.1
Beoordeeld dient te worden of [X], als indirect bestuurder van Stap voor Stap, bij het aangaan van de in het geding zijnde huurovereenkomst, derhalve op 29 december 2003, wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat Stap voor Stap deze huurovereenkomst niet of niet binnen een redelijke termijn zou kunnen nakomen en geen verhaal zou bieden voor de schade die Ruygrok ten gevolge van deze wanprestatie zou lijden.
5.2
Is hiervan sprake dan geldt in het algemeen - behoudens door de bestuurder aan te voeren, zijn handelswijze rechtvaardigende of verontschuldigende omstandigheden - dat moet worden aangenomen dat de bestuurder een zodanig verwijt treft dat hij persoonlijk jegens de wederpartij van de vennootschap aansprakelijk is op grond van onrechtmatig handelen.
5.3
Aan haar stelling dat van de hiervoor genoemde situatie sprake is heeft Ruygrok de volgende feiten en omstandigheden ten grondslag gelegd:
- -
Stap voor Stap had reeds in 2002 een negatief eigen vermogen. Per ultimo 2003 was dit negatieve eigen vermogen al toegenomen tot een bedrag van € 248.609,-;
- -
Niet alleen Stap voor Stap had te maken met een negatief eigen vermogen, ook De Jongste Verzekeringen, namens welke vennootschap aan Ruygrok in het kader van de onder 2.4 genoemde procedure bij de kantonrechter een regeling is aangeboden, had ultimo 2003 een negatief eigen vermogen van € 133.906,-. Daarnaast had houdstermaatschappij Robin Invest eind 2003 een negatief eigen vermogen van € 615.450,-.
- -
[X] heeft Ruygrok niet geïnformeerd over de slechte financiële positie van Stap voor Stap;
- -
Ten tijde van het sluiten van de onderhavige overeenkomst was de jaarreke-ning van Stap voor Stap nog niet gepubliceerd, zodat Ruygrok ook uit andere hoofde niet bekend kon zijn met de financiële situatie van Stap voor Stap;
- -
[X] was zelf op de hoogte van de slechte financiële situatie van Stap voor Stap omdat hij maandelijks zijn aangifte omzetbelasting moest indienen.
[X] heeft betwist dat hij bij het aangaan van de huurovereenkomst wist of behoorde te begrijpen dat Stap voor Stap de huurovereenkomst niet zou kunnen nakomen.
5.4
Om tot vorenbedoelde aansprakelijkheid van [X] te komen moet een vennootschap zich ten tijde van het aangaan van de overeenkomst in een uitzichtloze situatie bevinden en over onvoldoende continuïteitsperspectief beschikken. De rechtbank stelt voorop dat de omstandigheid dat de vennootschap namens welke de betreffende overeenkomst wordt aangegaan een negatief eigen vermogen heeft en dat ook de met deze vennootschap verbonden moeder- en dochtermaatschappijen een negatief eigen vermogen hebben, op zichzelf nog niet hoeft mee te brengen dat zij haar verplichtingen niet of niet binnen een redelijke termijn zou kunnen nakomen. Feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat er bijzondere omstandigheden zijn die op grond van het voorgaande tot aansprakelijkheid van [X] zouden kunnen leiden zijn gesteld noch gebleken.
5.5
Dat [X] Ruygrok bij het aangaan van de huurovereenkomst niet heeft geïnformeerd over de financiële situatie van Stap voor Stap en dat Ruygrok hiermee ook niet bekend kon zijn, nu de jaarrekening nog niet was gepubliceerd, kan evenmin tot aansprakelijkheid van [X] leiden. Gesteld noch gebleken is dat bij het aangaan van de huurovereenkomst door Ruygrok hieromtrent informatie is ingewonnen bij [X]. Evenmin is gesteld of gebleken dat Ruygrok het handelsregister heeft geraadpleegd alvorens de huurovereenkomst aan te gaan. Ruygrok heeft niet aangegeven op welke wijze het invullen van belastingformulieren ná het sluiten van de huurovereenkomst kan leiden tot kennis ten tijde van het sluiten van de huurovereenkomst.
5.6
Tussen partijen is niet in geschil dat tot en met maart 2005 de huurpennin-gen aan Ruygrok zijn voldaan. Het feit dat deze huurpenningen (mede) werden voldaan door De Jongste Verzekeringen en/of Robin Invest is niet van belang; huurpenningen kunnen ook door een derde worden voldaan. Hieruit volgt dat gedurende meer dan een jaar na het sluiten van de huurovereenkomst aan de verplichtingen voortvloeiend uit de huurovereenkomst is voldaan.
5.7
Uit het voorgaande volgt niet dat [X] bij het aangaan van de huur-overeenkomst wist of redelijkerwijze behoorde te begrijpen dat Stap voor Stap haar verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst niet of niet binnen korte termijn zou kunnen nakomen en geen verhaal zou kunnen bieden voor schade die Ruygrok hierdoor zou lijden. Ruygrok heeft voorts onvoldoende concrete en specifieke feiten en omstandigheden gesteld die, indien bewezen, tot deze conclusie zouden kunnen leiden. De vordering van Ruygrok zal dus worden afgewezen.
5.8
Als de in het ongelijk gestelde partij zal Ruygrok bij eindvonnis worden veroordeeld in de proceskosten in de procedure in conventie.
in reconventie
5.9
Nu de vordering in conventie zal worden afgewezen moet het ervoor gehouden worden dat Ruygrok ten onrechte beslag heeft gelegd ten laste van [X].
5.10
Thans moet worden beoordeeld of en in hoeverre Ruygrok de, volgens [X], uit deze beslagen voortvloeiende schade dient te vergoeden.
5.11
De rechtbank stelt voorop dat, nu tijdens de comparitie van partijen namens [X] naar voren is gebracht dat het gevorderde bedrag van € 5.000,-, dat ziet op het gemiste genot van de beslagen goederen, niet kan worden onder-bouwd, dit deel van de vordering, mede gelet op de betwisting van Ruygrok, en wat er verder ook van zij, onvoldoende is gemotiveerd. Dit deel van de vordering wordt afgewezen.
5.12
Voor toewijzing van het resterende deel van de vordering dient vast komen te staan dat de gemaakte kosten andere kosten betreffen dan die waarop de artikelen 237 tot en met 240 Rv. zien. De door [X] overgelegde declaraties, die zien op rechtskundige bijstand in de periode oktober 2005 tot en met januari 2006, maken niet inzichtelijk welk deel van de daar genoemde bedragen zien op de werkzaamheden verricht in verband met de door Ruygrok gelegde beslagen en aldus niet vallen onder de hiervoor bedoelde kosten. Ter comparitie van partijen heeft de raadsman van [X] aangeboden terzake gespecificeerde facturen over te leggen. De rechtbank zal de zaak naar de rol verwijzen teneinde [X] hiertoe in de gelegenheid te stellen.
5.13
De rechtbank houdt iedere verdere beslissing aan.
6. De beslissing
De rechtbank,
in conventie
houdt iedere beslissing aan;
in reconventie
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 9 augustus 2006 te 10.00 uur teneinde [X] in de gelegenheid te stellen zich uit te laten als onder 7.12 overwogen;
bepaalt dat Ruygrok daarop mag reageren.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.C.A.T. Frima.
Uitgesproken ter openbare terechtzitting.
1659/106