V-N 2018/31.16
Afwaarderingsverlies vordering Nederbelg niet aftrekbaar volgens A-G
HR (A-G) 26-04-2018, ECLI:NL:PHR:2018:467, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
26 april 2018
- Zaaknummer
17/04329
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS24590:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Inkomen uit werk en woning (box 1) - niet-winst
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:358, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 26‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:467, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑04‑2018
- Wetingang
art. 13 Verdrag Nederland-België 2001
Essentie
Advocaat-generaal Niessen concludeert dat Nederland (slechts) het heffingsrecht heeft over vermogenswinsten die ontstaan zijn in de periode voorafgaand aan de emigratie. Omdat X de leningen pas na zijn emigratie heeft verstrekt, heeft Nederland geen heffingsrecht over de vorderingen.
Samenvatting
Belanghebbende heeft een aanmerkelijk belang in A bv dat een meerderheidsbelang heeft in B bv. Beide vennootschappen zijn in Nederland gevestigd. Belanghebbende is in 2006 naar België geëmigreerd. Aan hem is een conserverende aanslag inzake zijn aandelen in A bv opgelegd, waarbij een fictief vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang in aanmerking is genomen. In 2009, derhalve na de emigratie van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.