NJ 2011/608
Mondelinge tapmachtiging 1 dag te laat schriftelijk bevestigd: geen bewijsuitsluiting.
HR 06-12-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT2528
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 december 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
10/01067
- Conclusie
A-G Aben
- LJN
BT2528
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT2528, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑12‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT2528, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑09‑2011
- Wetingang
Essentie
Overschrijding (met één dag) van de drie-dagen-termijn waarbinnen de mondelinge tapmachtiging van de R-C op grond van art. 126m lid 8 jo art. 126l lid 7 Sv op schrift moet zijn gesteld, is niet zo aanzienlijk dat dit tot bewijsuitsluiting moet leiden.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof te Arnhem van 5 februari 2010, nummer 21/003411-09, in de strafzaak tegen: G. Adv. mr. S.F.W. van ’t Hullenaar, te Arnhem.
Voorgaande uitspraak
Cassatiemiddel:
(zie 2.1.; red.)
Conclusie
Conclusie A-G mr. Aben:
1.
Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.