Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 6.29
Geldend
Geldend vanaf 18-05-2022
- Bronpublicatie:
12-05-2022, Stcrt. 2022, 13056 (uitgifte: 17-05-2022, regelingnummer: ACM/UIT/570440)
- Inwerkingtreding
18-05-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-05-2022, Stcrt. 2022, 13056 (uitgifte: 17-05-2022, regelingnummer: ACM/UIT/570440)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De tijdsduur van de bedrijfsperiode voor spanningen tussen 1,10 pu en 1,118 pu in netten met nominale spanning tussen 110 kV (inclusief) en 300 kV (exclusief), als bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), is onbeperkt.
2.
De tijdsduur van de bedrijfsperiode voor spanningen tussen 1,118 pu en 1,15 pu in netten met nominale spanning tussen 110 kV (inclusief) en 300 kV (exclusief), als bedoeld in artikel 40, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), is 30 minuten.
3.
Voor DC-aangesloten power park modules op een net waarvan de 1 pu-referentie-AC-spanning kleiner is dan 110 kV gelden dezelfde eisen als voor DC-aangesloten power park modules op een net waarvan de 1 pu-referentie-AC-spanning gelijk is aan 110 kV.
4.
De DC-aangesloten power park module, aangesloten op een wisselstroomnet met een spanningsniveau lager dan 300 kV, is in staat bij variërende spanning maximaal een hoeveelheid blindvermogen te leveren dat gekenschetst wordt door een verhouding van blindvermogen tot maximumcapaciteit, als bedoeld in artikel 40, tweede lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC):
- a.
gelijk aan 0,14 bij een spanning van 0,9 pu tot 1,05 pu;
- b.
gelijk aan 0,0 bij een spanning gelijk aan 1,1 pu;
- c.
dat bepaald wordt door het lineaire verloop tussen respectievelijk 0,14 en 0,0 bij een spanning tussen 1,05 pu en 1,1 pu.
5.
De DC-aangesloten power park module, aangesloten op een wisselstroomnet met een spanningsniveau lager dan 300 kV, is in staat bij variërende spanning maximaal een hoeveelheid blindvermogen op te nemen dat gekenschetst wordt door een verhouding van blindvermogen tot maximumcapaciteit, als bedoeld in artikel 40, tweede lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC):
- a.
gelijk aan 0,14 bij een spanning van 0,95 pu tot 1,1 pu;
- b.
gelijk aan 0,0 bij een spanning gelijk aan 0,9 pu;
- c.
dat bepaald wordt door het lineaire verloop tussen respectievelijk 0,0 en 0,14 bij een spanning tussen 0,9 pu en 0,95 pu.
6.
De DC-aangesloten power park module, aangesloten op een hoogspanningsnet met een spanningsniveau lager dan 300 kV, is op grond van het vierde en het vijfde lid in staat blindvermogen te leveren of op te nemen binnen en inclusief de grenzen van het rood gemarkeerde profiel in onderstaand U-Q/Pmax-diagram, als bedoeld in figuur 7 van bijlage VII bij artikel 40, tweede lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC).
7.
Indien dat vereist is voor de spanningsstabiliteit komt de netbeheerder van het net op zee, in overleg met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet met de aangeslotene die beschikt over een DC-aangesloten power park module een profiel overeen met een groter blindvermogensbereik dan het gespecificeerde profiel in het zesde lid en legt dit vast in de aansluit- en transportovereenkomst.
8.
De bijdrage van blindvermogen krijgt prioriteit, overeenkomstig artikel 40, derde lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), boven de bijdrage van werkzaam vermogen tijdens bedrijfsvoering bij lage of hoge spanning en bij storingen waarvoor fault-ride-through capaciteit vereist is.