JWB 2015/331
Verbintenissenrecht, burgerlijk procesrecht
HR 02-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2907
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 oktober 2015
- Zaaknummer
14/03449
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2907, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1912, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 12‑06‑2015
- Wetingang
Art. 382 aanhef en onder a Rv, art. 81 lid 1 RO
Essentie
Verbintenissenrecht, burgerlijk procesrecht
Samenvatting
Casus
partijen hebben een geschil over een leaseovereenkomst voor een Gretag minilab. Volgens eisers tot cassatie (hierna: eisers) zou verweerder tot cassatie (hierna: verweerder) bedrog hebben gepleegd bij de sluiting van de leaseovereenkomst. Partijen hebben over en weer vorderingen ingediend. In een eerder cassatieberoep heeft de Hoge Raad de zaak teruggewezen naar een verwijzingshof (hierna: het Hof). Het Hof heeft eisers een bewijsopdracht gegeven. Zij dienden, samengevat, te bewijzen dat verweerder onjuiste informatie had verstrekt dan wel essentieel informatie had achtergehouden. Het Hof heeft geoordeeld dat eisers hierin niet zijn geslaagd. De Hoge Raad heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.