Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/2.4.1.1:2.4.1.1 Inleiding
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/2.4.1.1
2.4.1.1 Inleiding
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS503475:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Wet van 8 september 2005 tot aanpassing van enkele onderdelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met het nieuwe procesrecht, Stb. 2005, 455; zie ook het Besluit van 29 september 2005, Stb. 2005, 484 dat voorziet in inwerkingtreding van vorenstaande wet op 15 oktober 2005.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Ook de onlangs in werking getreden Wet tot Aanpassing van enkele onderdelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en enige andere wetten in verband met het nieuwe procesrecht voorziet in een tweetal geringe wijzigingen met betrekking tot arbitrage.1 De eerste betreft de volgens de Aanpassingswet aangebrachte wijziging van art. 76 Rv dat betrekking heeft op het verbod van evocatie bij de vernietiging van een onbevoegdverklaring (zie ook art. 422a Rv op grond waarvan art. 76 Rv van overeenkomstige toepassing is bij vernietiging in cassatie) (zie 2.4.1.2). De tweede heeft betrekking op het verzoek om voorlopige bewijsmaatregelen bij de gewone rechter niettegenstaande het feit dat partijen arbitrage zijn overeengekomen (zie 2.4.1.3). Beide zijn al aan de orde gekomen bij de uiteenzetting over de herziening van het burgerlijk procesrecht (zie 2.3.2.4-5).