RvdW 2020/197
Medeplegen opzettelijke vrijheidsberoving, art. 282 lid 1 Sr. Klachten over 1. afwijzing tot hernieuwde oproep van reeds toegewezen getuige en het verzoek die getuige te lokaliseren en 2. de oplegging van een vrijheidsbenemende straf. HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 21-01-2020, ECLI:NL:HR:2020:96
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 januari 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
18/02866
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:96, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑01‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1412, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2019
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 18/02866
Datum 21 januari 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 26 juni 2018, nummer 21/006910-13, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1980,
hierna: de verdachte.