Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/2.3.1
2.3.1 Benadeling van schuldeisers vereist
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS379577:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Voetnoten
Voetnoten
Het benadelingsvereiste heeft bij de aanpassing van de actio Pauliana buiten faillissement aan de in te voeren art. 42-51 Fw overigens wel tot enige discussie aanleiding gegeven, zie Van der Feltz I, p. 520-523.
Van der Feltz I, p. 439.
Zie ook Van der Feltz I, p. 439: '(...) het geldt hier eene nietigheid uitsluitend in het belang der schuldeischers, waaraan dus ook niemand anders dan zij eenig recht mogen ontleenen.'
Ook op andere plaatsen in de parlementaire geschiedenis lijkt de wetgever bij de benadelingsvraag slechts oog te hebben voor het actief van de schuldenaar, zie Van der Feltz I, p. 433 ('onderpand (...) weg te maken'), p. 439 ('op het bedrag van het actief geen invloed uitgeoefend') en p. 441 ('actief minder is dan het anders geweest zou zijn'). Vgl. ook de formulering van art. 51 lid 1 Fw ('uit het vermogen van de schuldenaar gegaan').
Bij de totstandkoming van de huidige regeling van de faillissementspauliana heeft het benadelingsvereiste waarschijnlijk niet tot veel discussie geleid.1 In de parlementaire geschiedenis van art. 42 Fw wordt over dit vereiste slechts opgemerkt:
"Door de handeling moeten de schuldeischers benadeeld zijn. Het is niet voldoende, dat de handeling tot benadeeling der schuldeischers kon strekken, de benadeeling moet werkelijk hebben plaats gehad. Dit zal het geval zijn als ten gevolge der handeling het actief van het faillissement kleiner is dan het anders geweest zou zijn. Heeft daarentegen de handeling op het bedrag van het actief geen invloed uitgeoefend, dan zijn de schuldeischers niet benadeeld en vervalt elke reden om te hunnen behoeve de handeling nietig te verklaren."2
Slechts als de schuldeisers van de gefailleerde schuldenaar daadwerkelijk zijn benadeeld kan een beroep op de faillissementspauliana slagen. De wetgever maakt hiermee nog eens duidelijk dat de faillissementspauliana aan anderen dan schuldeisers geen bescherming biedt.3 Opmerkelijk is overigens dat de wetgever er in bovenstaande passage van uitgaat dat benadeling zich slechts kan voordoen als de rechtshandeling een negatieve invloed heeft gehad op de omvang van het actief van de schuldenaar.4 Daarbij lijkt hij bovendien in de veronderstelling te zijn dat in een dergelijke situatie, waarin de omvang van het actief van de schuldenaar kleiner is dan het zonder de aangevochten rechtshandeling zou zijn geweest, van benadeling steeds sprake is.