RvdW 2018/695
Arbeidsrecht. Wwz. Verplicht art. 7:683 lid 3 BW de appelrechter tot herstel arbeidsovereenkomst of toekenning billijke vergoeding? Billijke vergoeding van art. 7:683 lid 3 BW; gezichtspunten HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle).
HR 08-06-2018, ECLI:NL:HR:2018:857
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
8 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
17/03188
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Hoger beroep
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:857, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 08‑06‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:186, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑02‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑07‑2017
- Wetingang
Art. 7:683 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Wwz. Verplicht art. 7:683 lid 3 BW de appelrechter tot herstel arbeidsovereenkomst of toekenning billijke vergoeding? Billijke vergoeding van art. 7:683 lid 3 BW; gezichtspunten HR 30 juni 2017, NJ 2017/298 (New Hairstyle).
De rechter kan volgens art. 7:683 lid 3 BW de werkgever veroordelen de arbeidsovereenkomst te herstellen of aan de werknemer een billijke vergoeding toekennen, maar is daartoe niet verplicht. De appelrechter die oordeelt dat de arbeidsovereenkomst in eerste aanleg ten onrechte is ontbonden of dat een verzoek van de werknemer tot vernietiging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.